Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 15 oktober 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny - Polen) – E.Sp. z o.o. Sp. k. / Minister Finansów

(Zaak C-335/19)1

[Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 90 – Verlaging van de maatstaf van heffing van de btw – Gehele of gedeeltelijke niet-betaling van de prijs – Door een nationale regeling opgelegde voorwaarden voor uitoefening van het recht op verlaging – Voorwaarde dat de schuldenaar niet in een insolventieprocedure verwikkeld is of in liquidatie verkeert – Voorwaarde dat de schuldeiser en de schuldenaar btw-plichtig zijn]

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: E.Sp. z o.o. Sp. k.

Verwerende partij: Minister Finansów

Dictum

Artikel 90 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling volgens welke als voorwaarde voor de verlaging van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) geldt dat de schuldenaar op de dag van levering van het goed of verrichting van de dienst en op de dag vóór indiening van de correctie van de belastingaangifte met het oog op toekenning van die verlaging als actief btw-plichtige is geregistreerd en niet in een insolventieprocedure verwikkeld is of in liquidatie verkeert, en dat de schuldeiser zelf op de dag vóór indiening van de correctie van de belastingaangifte nog steeds als actief btw-plichtige is geregistreerd.

____________

1 PB C 280 van 19.8.2019.