Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 26 januari 2024 door het Koninkrijk der Nederlanden tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 15 november 2023 in zaak T-167/21, European Gaming and Betting Association tegen Commissie

(Zaak C-59/24 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C.S. Schillemans, M.K. Bulterman, A. Hanje, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: European Gaming and Betting Association, Europese Commissie

Conclusies

Rekwirant verzoekt het Hof:

het bestreden arrest te vernietigen;

de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor nadere beoordeling;

European Gaming and Betting Association te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het Gerecht heeft het recht van de Unie, in het bijzonder artikel 1, onder h), artikel 4, lid 3 en lid 4 en artikel 24 van Verordening 2015/15891 en zijn motiveringsplicht geschonden. Punten 29 tot en met 53 van het bestreden arrest geven blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Door te concluderen dat European Gaming and Betting Association’s procedurele rechten zijn geschonden heeft het Gerecht ten onrechte een ruimere strekking toegekend aan het belang van European Gaming and Betting Association en/of aan de vermeende staatssteunmaatregel die European Gaming and Betting Association in de klacht heeft aangevochten.

1. Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot de ontvankelijkheid van de grief over vermeende indirecte staatssteun aan de goede doelen.

2. Het Gerecht heeft zijn motiveringsplicht geschonden door niet inzichtelijk te maken a) waarom onderzoek over indirecte staatssteun aan de goede doelen relevant zou zijn voor de vermeende staatssteun aan de vergunninghouders en b) niet gemotiveerd in te gaan op het verweer van de Commissie, gesteund door Nederland, tegen de grief van European Gaming and Betting Association met betrekking tot die indirecte staatssteun.

3. Het Gerecht heeft een onjuiste toepassing gegeven aan het arrest van 2 september 2021, Commissie/Tempus Energy en Tempus Energy Technology, C-57/19 P, EU:C:2021:663 en aan artikel 4, lid 3 en lid 4 jo. artikel 24 van Verordening 2015/1589.

4. Het Gerecht geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting door (impliciet) European Gaming and Betting Association als “belanghebbende” in de zin van artikel 1, onder h) van Verordening 2015/1589 aan te merken ten aanzien van de vermeende indirecte staatssteun aan de goede doelen.

____________

1 Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).