Language of document :

Beroep ingesteld op 18 december 2012 - PAN Europe en Stichting Natuur en Milieu/Commissie

(Zaak T-574/12)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partijen : Pesticide Action Network Europe (PAN Europe) (Brussel, België) en Stichting Natuur en Milieu (Utrecht, Nederland) (vertegenwoordiger: F. Martens, advocaat)

Verwerende partij : Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

De beschikking van 16 oktober 2012 van verwerende partij waarbij de verzoeken van verzoekende partijen tot herziening van de verordening (EG) nr. 149/2008 van de Commissie van 29 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad door vaststelling van de bijlagen II, III en IV met maximumresidugehalten voor onder bijlage I bij die verordening vallende producten (PB L 58, blz. 1), ontvankelijk maar niet gegrond werden verklaard, nietig te verklaren;

De verwerende partij te veroordelen tot het betalen van de procedurekosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voeren de verzoekende partijen een enig middel aan, ontleend aan een schending van de artikelen 11, 168, 169 en 191 VWEU, van artikelen 7, 35 en 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, van artikelen 1, 14, lid 2, 22, 23, 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 396/20052, van artikelen 5 en 7 van Verordening (EG) nr. 178/2002 en van artikelen 4 en 10 van Richtlijn nr. 91/414/EEG.

Verzoekende partijen bestrijden dat de maximumresidugehaltes (MRL) werden vastgesteld op het laagste bereikbare peil in overeenstemming met de goede landbouwpraktijken.

Verzoekende partijen voeren aan dat de dossiers niet op een grondige wijze werden beoordeeld. Verwerende partij meent namelijk dat artikel 22 tot 25 van Verordening (EG) 396/2005 geenszins een procedure voor een gehele evaluatie van een compleet dossier voorziet in het proces voor de eerste vastlegging van tijdelijke MRL's.

Voorst zou de cumulatieve blootstelling van de consumenten niet in rekening werden gebracht.

Tenslotte zou een groot aantal tijdelijke MRL's de gezondheidsstandaarden overschrijden.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EG van de Raad (PB L 70, blz. 1).

2 - Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31, blz. 1).

3 - Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230, blz. 1).