Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 juni 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof Baden-Württemberg - Duitsland) – CF, DN / Bundesrepublik Deutschland

(Zaak C-901/19)1

[Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk beleid inzake asiel en subsidiaire bescherming – Richtlijn 2011/95/EU – Voorwaarden voor de verlening van subsidiaire bescherming – Artikel 15, onder c) – Begrip „ernstige en individuele bedreiging” van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict – Nationale regeling op grond waarvan er sprake dient te zijn van een minimumaantal burgerslachtoffers (doden en gewonden) in de betrokken regio]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof Baden-Württemberg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: CF, DN

Verwerende partij: Bundesrepublik Deutschland

Dictum

Artikel 15, onder c), van richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming, moet aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de uitlegging van een nationale regeling volgens welke, in het geval waarin een burger niet specifiek wordt getroffen op grond van elementen die eigen zijn aan zijn persoonlijke situatie, de vaststelling dat er sprake is van een ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van die burger als gevolg van „willekeurig geweld in het kader van een gewapend conflict” in de zin van die bepaling afhankelijk is van de voorwaarde dat de verhouding tussen het aantal slachtoffers in het betrokken gebied en het totale aantal personen dat de bevolking van dat gebied telt, een bepaalde drempel bereikt.

Artikel 15, onder c), van richtlijn 2011/95 moet aldus worden uitgelegd dat, om uit te maken of er sprake is van een „ernstige en individuele bedreiging” in de zin van deze bepaling, alle omstandigheden van het concrete geval, met name die welke kenmerkend zijn voor de situatie in het land van herkomst van de verzoeker, globaal in aanmerking moeten worden genomen.

____________

1 PB C 87 van 16.3.2020.