Language of document :

Beroep ingesteld op 25 juli 2011 - Turbo Compressor Manufacturer/Raad

(Zaak T-404/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Turbo Compressor Manufacturer (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: K. Kleinschmidt, Rechtsanwalt)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran nietig verklaren, voor zover het besluit betrekking heeft op verzoekster;

krachtens artikel 64 van het Reglement voor de procesvoering een maatregel tot organisatie van de procesgang treffen waarbij verweerder wordt verzocht, alle documenten betreffende het bestreden besluit over te leggen voor zover zij betrekking hebben op verzoekster;

verweerster verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster volgende middelen aan.

Eerste middel: het bestreden besluit schendt de in het Handvest van de grondrechten neergelegde fundamentele rechten

De door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: "Handvest van de grondrechten") gewaarborgde grondrechten van verzoekster zijn geschonden. In artikel 16 van het Handvest van de grondrechten is de vrijheid van ondernemerschap in de Europese Unie neergelegd en in artikel 17 het recht de goederen die rechtmatig zijn verkregen, in eigendom te gebruiken en in het bijzonder vrij erover te beschikken. Artikel 20 en artikel 21 van het Handvest van de grondrechten waarborgen verzoekster gelijke behandeling en non-discriminatie.

Verzoekster wordt door het bestreden besluit uitgesloten van deelneming aan het handelsverkeer in de Europese Unie, waardoor haar voortbestaan als onderneming wordt bedreigd. Verzoekster is afhankelijk van leveringen uit het economisch gebied van de Europese Unie.

Een algemeen belang wordt door de beperking van vrijheid van ondernemerschap, eigendomsrecht, gelijke behandeling en non-discriminatie niet gediend. In het bijzonder ontbreken feiten die het besluit van verweerder en de ermee verbonden schending van de fundamentele rechten van verzoekster afdoende motiveren. Verzoekster is met name niet betrokken bij proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of de ontwikkeling van lanceerinrichtingen voor kernwapens.

Verder is er sprake van een verwisseling. De in het bestreden besluit genoemde onderneming SATAK is niet de onderneming van verzoekster. Het betreft een voor verzoekster onbekende onderneming. Verzoekster kan haar vermelding in de lijst van bijlage II bij het besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran enkel verklaren door een verwisseling met een andere onderneming die geregistreerd is onder de naam "SATAK" of gelijkaardige naam.

Tweede middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten die ten grondslag liggen aan het besluit

Er is sprake van een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten die ten grondslag liggen aan het besluit. Verzoekster is niet betrokken bij proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of de ontwikkeling van lanceerinrichtingen voor kernwapens of andere wapensystemen.

Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel

Het besluit van verweerder druist in tegen het evenredigheidsbeginsel. Op grond van opzoekingen op het internet met de trefwoorden "SATAK" en "atoomprogramma Iran" kan verzoekster alleen vermoeden dat de in punt 31 van bijlage I B bij het besluit 2011/299/GBVB vermelde levering betrekking heeft op zes mobiele kruisraketten van het Sovjet-type KH-55(SM) die Iran in 2001 en 2002 van Oekraïne heeft gekocht.

Verzoekster onderhoudt geen handelsbetrekkingen met het Oekraïnse staatsbedrijf UkrSpetzExport en importeerde geen mobiele kruisraketten van het Sovjet-type HK-55(SM) noch andere wapens of wapenlanceerinrichtingen.

Verzoekster is niet de in punt 31 van bijlage I B bij het bestreden besluit genoemde onderneming "SATAK".

Vierde middel: schending van het beginsel van de rechten van de verdediging

Er is sprake van schending van het beginsel van de rechten van de verdediging. Verzoekster begrijpt de in punt 31 van bijlage I B bij het bestreden besluit vermelde motivering niet en verweerder heeft evenmin afzonderlijk een begrijpelijke motivering aan verzoekster medegedeeld, zodat verzoekers' rechten van verdediging en haar recht op een effectieve rechtsbescherming zijn geschonden.

____________