Language of document : ECLI:EU:F:2014:215

ARREST VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

17 september 2014

Zaak F‑117/13

Kari Wahlström

tegen

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

„Openbare dienst – Personeel van Frontex – Tijdelijk functionaris – Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd – Procedure voor verlenging – Artikel 41, lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Recht om te worden gehoord – Niet-inachtneming – Invloed op het dictum van het besluit”

Betreft:      Beroep ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, waarmee K. Wahlström verzoekt om nietigverklaring van het besluit van de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), van 19 februari 2013, om zijn overeenkomst van tijdelijk functionaris niet te verlengen.

Beslissing:      Het besluit van de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie, van 19 februari 2013, om de overeenkomst van tijdelijk functionaris van K. Wahlström niet te verlengen, wordt nietig verklaard. Het beroep wordt verworpen voor het overige. Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van K. Wahlström.

Samenvatting

Ambtenaren – Tijdelijk functionarissen – Aanwerving – Niet-verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd – Vaststelling van een besluit zonder de betrokkene voorafgaand de mogelijkheid te bieden om zijn opmerkingen in te dienen – Schending van het recht om te worden gehoord

[Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, onder a); Regeling andere personeelsleden, art. 47]

Wanneer een besluit om een overeenkomst voor bepaalde tijd van tijdelijk functionaris niet te verlengen, nadelige gevolgen heeft voor de situatie van de betrokken functionaris, aangezien het ertoe leidt dat hem de mogelijkheid wordt ontnomen om zijn arbeidsverhouding voort te zetten, dient zijn instelling, overeenkomstig artikel 41, lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, hem in staat te stellen naar behoren zijn opmerkingen in te dienen vóór de vaststelling van het besluit. De rechten van de verdediging, thans verankerd in voornoemd artikel 41, omvatten, zij het in ruimere zin, het procedureel recht, neergelegd in lid 2, onder a), van datzelfde artikel, van eenieder om te worden gehoord voordat jegens hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen.

Wil een schending van het recht om te worden gehoord in casu tot de nietigverklaring van het bestreden besluit kunnen leiden, dan moet, volgens vaste rechtspraak, ook nog worden onderzocht of de procedure bij ontbreken van die onregelmatigheid tot een ander resultaat had kunnen leiden.

Wanneer een overeenkomst van tijdelijk functionaris enkel wordt verlengd op basis van een beoordeling van de kwaliteiten en kwalificaties van de betrokkene, kan niet worden uitgesloten dat de conclusie om de overeenkomst niet te verlengen anders had kunnen luiden wanneer de betrokkene in staat was gesteld om naar behoren zijn standpunt bekend te maken over het niveau van zijn beroepsprestaties, en dit in samenhang met het perspectief van voortzetting van zijn arbeidsverhouding, en dat, bijgevolg, de eerbiediging van het recht om te worden gehoord dus van invloed had kunnen zijn op de inhoud van het besluit tot niet-verlenging.

(cf. punten 27, 28 en 32)

Referentie:

Hof: arresten Frankrijk/People’s Mojahedin Organization of Iran, C‑27/09 P, EU:C:2011:853, punt 65; M., C‑277/11, EU:C:2012:744, punten 81‑83; Commissie/Kadi, C‑584/10 P, C‑593/10 P en C‑595/10 P, EU:C:2013:518, punten 98 en 99, en G. en R., C‑383/13 PPU, EU:C:2013:533, punt 38 en aldaar aangehaalde rechtspraak

Gerecht van de Europese Unie: arrest L/Parlement, T‑317/10 P, EU:T:2013:413, punt 81

Gerecht voor ambtenarenzaken: arrest CH/Parlement, F‑129/12, EU:F:2013:203, punt 38