Language of document : ECLI:EU:T:2014:869

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Kamer voor hogere voorzieningen)

2 oktober 2014

Zaak T‑447/13 P

Luigi Marcuccio

tegen

Europese Commissie

„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Terugbetaling van invorderbare kosten – Artikel 92, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken – Exceptie van parallel beroep – Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”

Betreft:      Hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Enkelvoudige kamer) van 18 juni 2013, Marcuccio/Commissie (F‑143/11, JurAmbt., EU:F:2013:81), en strekkende tot vernietiging van die beschikking.

Beslissing:      De hogere voorziening wordt afgewezen. Marcuccio zal zijn eigen kosten dragen alsmede de kosten die de Europese Commissie in het kader van deze procedure heeft gemaakt.

Samenvatting

1.      Gerechtelijke procedure – Kosten – Begroting – Specifieke procedure die het gebruik van een aansprakelijkheidsprocedure uitsluit

(Ambtenarenstatuut, art. 90 en 91; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 92, lid 1)

2.      Gerechtelijke procedure – Toewijzing van zaken binnen het Gerecht voor ambtenarenzaken – Toewijzing aan de rechter-rapporteur van een kamer met drie rechters als alleensprekende rechter – Geen vermelding van de aanwijzing in het dossier van de zaak – Omstandigheid die de toewijzing niet ter discussie kan stellen

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, art. 14, lid 1)

1.      De in artikel 92, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken voorziene specifieke procedure strekkende tot de begroting van kosten sluit uit dat dezelfde bedragen of met hetzelfde oogmerk uitgegeven bedragen worden gevorderd in het kader van een actie overeenkomstig de artikelen 90 en 91 van het Statuut.

(cf. punt 42)

Referentie:

Hof: 16 juli 2009, Commissie/Schneider Electric, C‑440/07 P, Jurispr. blz. I‑6413

Gerecht: arrest van 11 juli 2007, Schneider Electric/Commissie, T‑351/03, Jurispr., EU:T:2007:212, punt 297, in hogere voorziening ten dele vernietigd bij arrest van 16 juli 2009, Commissie/Schneider Electric, C‑440/07 P, Jurispr., EU:C:2009:459, en beschikking van 15 juli 2011, Marcuccio/Commissie, T‑366/10 P, JurAmbt., EU:T:2011:394, punt 27

2.      In het kader van een zaak die is toegewezen aan een kamer van drie rechters van het Gerecht voor ambtenarenzaken, die overeenkomstig artikel 14, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van dat Gerecht haar rechter-rapporteur aanwijst als alleensprekende rechter, kan uit het feit dat de naam van die rechter, die de kamer vóór het besluit tot verwijzing naar de alleensprekende rechter heeft voorgezeten, niet uit de stukken van het dossier in eerste aanleg volgt, niet worden afgeleid dat de rechter-rapporteur van de kamer van drie rechters niet is aangewezen als alleensprekende rechter.

(cf. punt 64)

Referentie:

Gerecht: beschikking van 19 juni 2014, Marcuccio/Commissie, T‑503/13 P, JurAmbt., EU:T:2014:596, punt 15