Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 8 september 2004 ingesteld door Hensotherm AB tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

(Zaak T- 366/04)

(Procestaal: Zweeds)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 8 september 2004 beroep tegen het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) ingesteld door Hensotherm AB, te Trelleborg (Zweden), vertegenwoordigd door Stefan Hallbäck, advocaat.

Andere partij voor de kamer van beroep: Rudolf Hensel GmbH, te Börnsen/Duitsland).

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

-    de zaak terug te verwijzen naar de kamer van beroep van het BHIM voor onderzoek van de gegrondheid van verzoeksters beroep tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling van 11 september 2003 wegens schending van wezenlijke vormvoorschriften;

-    subsidiair, het beroep tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling van 11 september 2003 en de beslissing van de kamer van beroep van 12 juli 2004 te onderzoeken en daarbij het verzoek van Rudolf Hensel om nietigverklaring van gemeenschapsmerk nr. 357 863 af te wijzen;

-    verweerder te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan

nietigverklaring wordt gevorderd:    Beeldmerk "HENSOTHERM" voor waren van de klassen 2 en 17 (verf, isolatie- en dichtingsmateriaal) - gemeenschapsmerk nr. 357 863

Houdster van het gemeenschapsmerk:    verzoekster

Partij die nietigverklaring vordert:    Rudolf Hensel GmbH

Merkrecht van partij die nietigverklaring

vordert:    nationaal woordmerk "HENSOTHERM" (nr. 213 672) voor waren van klasse 2

Beslissing van de nietigheidsafdeling:        nietigverklaring van gemeenschapsmerk "HENSOTHERM" wegens gevaar voor verwarring met ouder nationaal merk "HENSOTHERM" (nr. 213 672)

Beslissing van de kamer van beroep:    afwijzing beroep

Middelen:    inbreuk op de artikelen 52, lid 1, sub a, en 78 van verordening nr. 40/94.

____________