Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 7 februari 2022 door Jean François Jalkh tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 1 december 2021 in zaak T-230/21, Jalkh / Parlement

(Zaak C-82/22 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirant: Jean François Jalkh (vertegenwoordiger: F. Wagner, avocat)

Andere partij in de procedure: Europees Parlement

Conclusies

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 1 december 2021 in zaak T-230/21, Jalkh/Parlement, vernietigen;

Besluit P9_TA(2021)0092 van het Europees Parlement van 25 maart 2021 inzake het verzoek om opheffing van rekwirants immuniteit [2020/2110 (IMM)] nietig verklaren;

Het Europees Parlement verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert rekwirant drie middelen aan.

Het eerste middel betreft schending van de regel „le pénal tient l’administratif et le civil en l’état” (de administratieve en de civiele procedure moeten worden geschorst totdat de strafprocedure is afgesloten). Volgens rekwirant heeft het Gerecht een kennelijke beoordelingsfout gemaakt, waardoor het bij zijn analyse geen rekening heeft gehouden met de in de Unie geldende rechtsregels en de rechtspraak van een land van de Unie, die in het geval van rekwirant in aanmerking hadden kunnen en moeten worden genomen om de procedure tot opheffing van zijn immuniteit op te schorten met betrekking tot de op 15 december 2020 bij de onderzoeksrechter te Brussel tegen X ingediende aanklacht, met civiele partijstelling, wegens valsheid in geschrifte en gebruik van valse documenten.

Het tweede middel betreft een kennelijke beoordelingsfout met betrekking tot het recht van de Unie, doordat geen rekening is gehouden met de schending van artikel 7 van mededeling nr. 0011/2019 van 19 november 2019 door de JURI-Commissie van het Europees Parlement.

Volgens rekwirant heeft het Gerecht een kennelijke beoordelingsfout gemaakt met betrekking tot het Unierecht en de algemene beginselen daarvan, zoals het beginsel van gelijke behandeling en het beginsel van behoorlijk bestuur, die van specifiek belang was voor de procedure omdat rekwirant heeft betoogd dat de handgeschreven notitie très attentive (zeer attente) ter aanvulling van de getypte beleefdheidsformule die voorkomt op de brief van de garde des Sceaux (minister van Justitie) van 16 juni 2020, aldus moet worden begrepen dat de Franse regering de betrokken juridische procedure wenste uit te buiten in het politieke debat en als zodanig een fumus persecutionnis vormt.

Het derde middel is ontleend aan schending van artikel 9 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie. Volgens rekwirant heeft het Gerecht erkend dat de ten laste gelegde feiten, te weten het gebruik door Jean-François Jalkh van zijn budget voor parlementaire assistentie, onder de in artikel 9 van het Protocol bedoelde immuniteit vielen, maar heeft het zich beperkt tot een algemene formule om de klacht zonder opgaaf van redenen af te wijzen.

____________