Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 29 augustus 2023 door Região Autónoma da Madeira tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 21 juni 2023 in zaak T-131/21, Região Autónoma da Madeira / Commissie

(Zaak C-547/23 P)

Procestaal: Portugees

Partijen

Rekwirante: Região Autónoma da Madeira (autonome regio Madeira, Portugal; vertegenwoordigers: M. Gorjão-Henriques en A. Saavedra, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Hof

het arrest van het Gerecht van 21 juni 2023 in zaak T-131/21, Região Autónoma da Madeira/Comissie, te vernietigen,

de Commissie te verwijzen in alle kosten van de procedure, met inbegrip van die van rekwirante.

Middelen en voornaamste argumenten

1. Onjuiste rechtsopvatting bestaande in een onjuiste uitlegging van het vereiste met betrekking tot de herkomst van de winsten waarop de verlaging van de vennootschapsbelasting wordt toegepast

Het vereiste dat winsten moeten voortvloeien uit daadwerkelijk op Madeira uitgeoefende activiteiten, mag niet aldus worden uitgelegd dat activiteiten buiten Madeira die beweerdelijk op grond van die omstandigheid niet worden geconfronteerd met meerkosten in verband met het ultraperifere karakter, ook al worden zij verricht door internationaal actieve ondernemingen met een vergunning op Madeira, uitgesloten zijn van exploitatiesteun (dat wil zeggen de verlaging van de vennootschapsbelasting).

2. Onjuiste rechtsopvattingen als gevolg van een onjuiste uitlegging van het vereiste betreffende de herkomst van de winsten waarop de verlaging van de vennootschapsbelasting wordt toegepast en/of een motiveringsgebrek en/of een onjuiste opvatting van het bewijs – aanmelding van het voornemen van overheidssteun, de regeling inzake belastingvoordelen en de aan de uitvoering van regeling III voorafgaande onderhandelingen

Het begrip daadwerkelijk op Madeira uitgevoerde activiteit valt samen met de toekenning van vergunningen aan ondernemingen in de vrijhandelszone van Madeira (hierna: „ZFM”), zodat in het bestreden arrest blijk wordt gegeven van een onjuiste rechtsopvatting voor zover de besluiten van de Commissie tot goedkeuring van regeling III van de ZFM zijn uitgelegd zonder onderzoek van de door de Portugese Republiek aangemelde ontwerpsteunregeling en/of de regeling inzake belastingvoordelen waarbij regeling III is uitgevoerd in de nationale wetgeving en/of de aan de goedkeuring van regeling III voorafgaande onderhandelingen tussen de Commissie en de Portugese Republiek.

3. Onjuiste rechtsopvattingen bestaande in een motiveringsgebrek/ontoereikende motivering en/of een onjuiste opvatting van het bewijs en/of een motivering die in de plaats wordt gesteld van die van het bestreden besluit – vereiste betreffende het scheppen/behouden van banen

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste opvatting door te oordelen dat de Commissie de Portugese autoriteiten niet heeft verplicht om de methodes voltijdse equivalenten („VTE’s”) en jaararbeidseenheden („ACU’s”) te hanteren. Het bestreden besluit en het voorlopig besluit tot opening van de procedure staan haaks op die uitlegging.

4. Onjuiste rechtsopvatting bestaande in een onjuiste uitlegging van het vereiste betreffende het scheppen/behouden van banen en/of een ontoereikende motivering

Bij de beoordeling van het vereiste van regeling III van de ZFM inzake werkgelegenheid heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de methode voor de definitie van banen in „VTE’s” en „ACU’s” te hanteren, terwijl de definitie van het begrip baan dat voor de ZFM-regeling geldt, de definitie van de nationale arbeidswetgeving is.

5. Onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot het feit dat in het bestreden arrest blijk wordt gegeven van een tegenstrijdige motivering en/of een motiveringsgebrek/een ontoereikende motivering en/of een verzuim om te beslissen

Het Gerecht wijst erop dat de Commissie de Portugese autoriteiten niet heeft verplicht om gebruik te maken van de methodes „VTE’s” en „ACU’s”, maar anderzijds – overigens op tegenstrijdige wijze en/of zonder enige motivering of met een ontoereikende motivering – deelt het Gerecht het standpunt van de Commissie over de oplegging van deze methodes. Voorts verzuimt het Gerecht te beslissen door zich niet uit te spreken over de aangevoerde middelen tot nietigverklaring met betrekking tot de uitlegging van het criterium inzake werkgelegenheid.

6. Onjuiste rechtsopvatting inzake de eis dat nieuwe banen verband moeten houden met daadwerkelijk op Madeira uitgeoefende activiteiten

Het Gerecht geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting door te eisen dat banen in verband met activiteiten buiten Madeira hoe dan ook moeten worden uitgesloten.

7. Onjuiste rechtsopvatting dat de nationale autoriteiten een methode aan de Commissie hebben meegedeeld waarmee het bestaan en het behoud van banen in de zin van regeling III kan worden geverifieerd

Het Gerecht geeft in het bestreden arrest blijk van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de nationale autoriteiten geen methode hebben vastgesteld waarmee het bestaan en het behoud van banen kan worden geverifieerd, voor zover het tot deze slotsom komt door de begrippen „VTE’s” en „ACU’s” toe te passen.

8. Onjuiste rechtsopvatting wegens het bestaan van belemmeringen van het vrij verkeer van werknemers en het vrij verrichten van diensten

De uitlegging door het Gerecht van de voorwaarden van regeling III van de ZFM is in strijd met de beginselen van vrij verkeer van werknemers en het vrij verrichten van diensten, met name door de eis dat de beroepsactiviteit daadwerkelijk moet worden uitgeoefend op Madeira.

9. Onjuiste rechtsopvatting als gevolg van een verzuim om te beslissen en/of een motiveringsgebrek/een ontoereikende motivering – geen beoordeling van de middelen van het beroep die zijn ontleend aan schending van de fundamentele vrijheden

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting die voortvloeit uit een verzuim om te beslissen en/of een motiveringsgebrek/een ontoereikende motivering, doordat het de middelen met betrekking tot schending van de fundamentele vrijheden die de autonome regio Madeira in haar beroep had aangevoerd, niet-ontvankelijk heeft verklaard.

10. Het bestreden arrest is in strijd met algemene Unierechtelijke beginselen

Het bestreden arrest is in strijd met de algemene Unierechtelijke beginselen van rechtszekerheid, gewettigd vertrouwen en behoorlijk bestuur, met name omdat de Commissie gegronde verwachtingen heeft gewekt bij de autonome regio Madeira en de ondernemingen met een vergunning, op grond dat de toepasselijke rechtsregeling onduidelijk is en de Commissie gedurende lange tijd en zonder enige rechtvaardiging heeft verzuimd zich uit te spreken in het kader van de formele procedure tot onderzoek van regeling III van de ZFM.

____________