Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 11 juli 2015 door Easy Sanitary Solutions BV tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 13 mei 2015 in zaak T-15/13, Group Nivelles/BHIM – Easy Sanitairy Solutions (Doucheafvoergoot)

(Zaak C-361/15 P)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Rekwirante: Easy Sanitary Solutions BV (vertegenwoordiger: F. Eijsvogels, advocaat)

Andere partijen in de procedure:     Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) en Group Nivelles BVBA

Conclusies

Dat het het Hof van Justitie moge behagen om op basis van de […] weergeven middelen en de daarbij gegeven toelichting de beslissing van het Gerecht van 13 mei 2015 in zaak T-15/13 gedeeltelijk te vernietigen en om de in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Middel 1

Onderdeel a):

Het Gerecht heeft artikel 25, lid 1, sub b), juncto artikel 7, lid 1, van verordening nr. 6/20021 geschonden door te overwegen en beslissen dat een ouder model dat is verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel dan dat waarop een later model betrekking heeft, in beginsel relevant is voor de beoordeling van de nieuwheid, in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, van dit latere model en dat de formulering van laatstgenoemd artikel zou uitsluiten dat een model als nieuw kan worden beschouwd wanneer een identiek model eerder voor het publiek beschikbaar is gesteld, ongeacht het voortbrengsel waarin dat oudere model is verwerkt of waarop het is toegepast. Het oordeel van het Gerecht dat de "betrokken sector" in de zin van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 6/2002 niet beperkt is tot die van het voortbrengsel waarin het litigieuze model zal worden verwerkt of waarop dit zal worden toegepast, is rechtens onjuist.

Onderdeel b):

Het Gerecht heeft de artikelen 25, lid 1, onder b), juncto artikel 5 van verordening nr. 6/2002 geschonden door te overwegen en beslissen dat een gemeenschapsmodel niet als nieuw kan worden beschouwd in de zin van artikel 5, lid 1, van verordening nr. 6/2002 indien een identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld vóór de in die bepaling gestelde data, ook al zou dit oudere model worden verwerkt in of toegepast op een ander voortbrengsel dan het voortbrengsel of de voortbrengselen die uit hoofde van artikel 36, lid 2, van verordening nr. 6/2002 in de aanvrage zijn opgegeven.

Onderdeel c):

Het Gerecht heeft artikel 10, artikel 19 en artikel 36, lid 6, van verordening nr. 6/2002 geschonden door te oordelen dat deze artikelen met zich brengen dat de houder van een ingeschreven modelrecht derden kan beletten het model waarvan hij houder is alsmede elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt zonder diens toestemming te gebruiken in alle types voortbrengselen.

Middel 2

Het Gerecht heeft door te overwegen zoals het heeft gedaan in de laatste zin van punt 137 van zijn beslissing de grenzen van de rechtmatigheidstoetsing overschreden en heeft aldus artikel 61 van verordening nr. 6/2002 geschonden.

____________

1     Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen (PB 2002 L 3, blz. 1).