Language of document : ECLI:EU:T:2009:233

Gevoegde zaken T‑273/06 en T‑297/06

ISD Polska sp. z o.o. e.a.

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Staatssteun – Regeling van door Republiek Polen aan staalproducent verleende herstructureringssteun – Beschikking waarbij steun gedeeltelijk onverenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast – Protocol nr. 8 inzake herstructurering van Poolse ijzer‑ en staalindustrie – Beroep tot nietigverklaring – Procesbevoegdheid – Beroepstermijn – Ontvankelijkheid – Gewettigd vertrouwen – Artikel 14, lid 1, van verordening (EG) nr. 659/1999 – Rentevoet voor terugbetaling van onverenigbare steun – Verplichting tot nauwe samenwerking met lidstaat – Samengestelde rente – Artikelen 9, lid 4, en 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 794/2004”

Samenvatting van het arrest

1.      Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke of rechtspersonen – Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken – Beschikking van Commissie houdende vaststelling van onverenigbaarheid van steunmaatregel met gemeenschappelijke markt – Beroep van onderneming die alle aandelen van steunontvanger bezit

(Art. 230, vierde alinea, EG)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Bekendmaking of kennisgeving

(Art. 88, lid 2, EG en 230, vijfde alinea, EG)

3.      Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Brief van Commissie waarbij rentevoet voor terugbetaling van met gemeenschappelijke markt onverenigbare steun wordt vastgesteld

(Art. 230, vierde alinea, EG; verordening nr. 794/2004 van de Commissie, art. 9, leden 1 en 4)

4.      Steunmaatregelen van de staten – Verdragsbepalingen – Werkingssfeer ratione temporis

(Art. 87 EG en 88 EG; Toetredingsakte van 2003, protocol nr. 8 en bijlage IV)

5.      Steunmaatregelen van de staten – Terugvordering van onrechtmatige steun – Wijze van terugvordering – Deel van bedrag dat door elke hoofdelijke schuldenaar moet worden terugbetaald

6.      Steunmaatregelen van de staten – Besluit van Commissie tot inleiding van formele onderzoeksprocedure met betrekking tot overheidsmaatregel – Voorlopig karakter van beoordelingen door Commissie

(Art. 88, lid 2, EG; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 6, lid 1)

7.      Steunmaatregelen van de staten – Terugvordering van onrechtmatige steun – Eventueel gewettigd vertrouwen van begunstigde – Bescherming – Grenzen

(Art. 88 EG)

8.      Steunmaatregelen van de staten – Terugvordering van onrechtmatige steun – Vaststelling van rentevoet

(Art. 88, lid 2, EG; verordening nr. 794/2004 van de Commissie, art. 9, lid 4, en 11, lid 2)

1.      Personen die niet de adressaat van een beschikking zijn, kunnen slechts stellen individueel te worden geraakt indien deze beschikking hen betreft uit hoofde van bepaalde bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie die hen ten opzichte van ieder ander karakteriseert en hen derhalve individualiseert op soortgelijke wijze als de adressaat.

Bij een beschikking van de Commissie waarbij steun onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard, is dat het geval met een onderneming die 100 % eigenaar is van de onderneming die de adressaat is van de litigieuze beschikking. Deze onderneming wordt vanuit het oogpunt van deze beschikking gekarakteriseerd ten opzichte van ieder ander en met name ten opzichte van alle andere ondernemers op de betrokken markt.

(cf. punten 40, 43)

2.      Uit de formulering van artikel 230, vijfde alinea, EG blijkt dat het criterium van de datum waarop van de handeling kennis is gekregen, voor het ingaan van de beroepstermijn subsidiair is ten opzichte van de criteria van bekendmaking of kennisgeving van de handeling. Een beschikking van de Commissie waarbij steun onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard, kan gevolgen sorteren zonder dat zij bekend is gemaakt, maar het is vaste praktijk dat besluiten van de Commissie om een onderzoeksprocedure inzake steunmaatregelen krachtens artikel 88, lid 2, EG te beëindigen, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Een verzoeker kan dus redelijkerwijs verwachten dat de beschikking zal worden bekendgemaakt.

(cf. punten 55‑57)

3.      Op het gebied van staatssteun moet een brief van de Commissie waarbij de rentevoet voor de terugbetaling van met de gemeenschappelijke markt onverenigbare steun wordt vastgesteld, worden beschouwd als een handeling die bindende rechtsgevolgen in het leven roept en dus als een voor beroep vatbare handeling.

Artikel 14, lid 2, van verordening nr. 659/1999 betreffende de toepassing van artikel 88 EG bepaalt dat de terug te vorderen steun rente omvat „tegen een door de Commissie vastgesteld passend percentage”, maar artikel 9, lid 4, van verordening nr. 794/2004 tot uitvoering van verordening nr. 659/1999 preciseert dat de Commissie met name bij gebreke van de nodige gegevens voor de berekening van de rentevoet overeenkomstig lid 1 van dit artikel, in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat of lidstaten, voor één of meer lidstaten een rentevoet voor de terugbetaling van de staatssteun kan „vaststellen” volgens een andere methode en op basis van de gegevens waarover zij beschikt. Het is dus de Commissie die op bindende wijze de rentevoet voor de terugbetaling van de staatssteun vaststelt, zij het in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat.

(cf. punten 65‑66)

4.      Protocol nr. 8 bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, dat betrekking heeft op de herstructurering van de Poolse ijzer‑ en staalindustrie, vormt een lex specialis ten aanzien van bijlage IV bij deze Akte en de artikelen 87 EG en 88 EG. Het breidt de controle op staatssteun die de Commissie krachtens het EG-Verdrag verricht, uit tot steun die in een bepaalde periode vóór de toetreding van de Republiek Polen tot de Europese Unie is verleend ten gunste van de reorganisatie van de Poolse ijzer- en staalindustrie.

(cf. punt 97)

5.      De nationale autoriteiten moeten in het kader van de toepassing van de beschikking van de Commissie tot terugvordering van illegale steun bepalen hoe de terugbetaling dient te geschieden, alsook welk deel van het totaalbedrag door elk van de hoofdelijke schuldenaars moet worden terugbetaald.

(cf. punt 117)

6.      De in artikel 88, lid 2, EG bedoelde fase van onderzoek van de staatssteun moet de Commissie in staat stellen zich volledig te informeren over alle gegevens van de zaak. Volgens artikel 6, lid 1, van verordening nr. 659/1999 betreffende de toepassing van artikel 88 EG behelst de inleidingsbeschikking een samenvatting van de relevante feiten en rechtspunten, een „eerste beoordeling” door de Commissie van de voorgestelde maatregel, alsook de redenen waarom getwijfeld wordt aan de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt. Bovendien worden de betrokken lidstaat en de andere belanghebbenden in deze beschikking uitgenodigd om opmerkingen in te dienen. Het onderzoek van de Commissie is dus noodzakelijkerwijs voorlopig. Bijgevolg kan van de Commissie niet worden verlangd dat zij in haar mededeling betreffende de inleiding van deze procedure een volledige analyse van de betrokken steun verricht. Wél moet zij haar onderzoek afdoende afbakenen, zodat het recht van de belanghebbenden om hun opmerkingen in te dienen niet wordt uitgehold.

(cf. punten 124‑126)

7.      Ondernemingen die niet door een gemeenschapshandeling zijn aangezet tot het nemen van een beslissing die vervolgens voor hen negatieve gevolgen heeft gehad en evenmin de adressaten waren van een gunstig administratief besluit van een gemeenschapsinstelling die door laatstgenoemde met terugwerkende kracht is ingetrokken, kunnen zich niet beroepen op het feit dat zij erop vertrouwden dat de litigieuze steun als terugbetaald zou worden beschouwd.

(cf. punt 134)

8.      Artikel 9, lid 4, van verordening nr. 794/2004 tot uitvoering van verordening nr. 659/1999 betreffende de toepassing van artikel 88 EG bepaalt dat de rentevoet voor de terugbetaling van de steun „in nauwe samenwerking” met de betrokken lidstaat moet worden vastgesteld. De Commissie beschikt voor de vaststelling van die rentevoet over een bepaalde beoordelingsmarge. Krachtens artikel 11, lid 2, van verordening nr. 794/2004 wordt het rentepercentage op samengestelde grondslag toegepast tot de datum waarop de steun is terugbetaald, en is over de rente die betrekking heeft op het voorgaande jaar, in elk volgend jaar rente verschuldigd.

(cf. punten 162, 164‑165)