Language of document :

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 november 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo - Spanje) – Asociación Española de la Industria Eléctrica (UNESA) (C-105/18), Energía de Galicia (Engasa) SA (C-106/18), Duerocanto SL (C-107/18), Corporación Acciona Hidráulica (Acciona) SLU (C-108/18), Associació de Productors i Usuaris d’Energia Elèctrica (C-109/18), José Manuel Burgos Pérez, María del Amor Guinea Bueno (C-110/18), Endesa Generación SA (C-111/18), Asociación de Empresas de Energías Renovables (APPA) (C-112/18), Parc del Segre SA, Electra Irache SL, Genhidro Generación Hidroeléctrica SL, Hicenor SL, Hidroeléctrica Carrascosa SL, Hidroeléctrica del Carrión SL, Hidroeléctrica del Pisuerga SL, Hidroeléctrica Santa Marta SL, Hyanor SL, Promotora del Rec dels Quatre Pobles SA (C-113/18), / Administración General del Estado

(Gevoegde zaken C-105/18–C-113/18)1

(Prejudiciële verwijzing – Beginsel dat de vervuiler betaalt – Richtlijn 2000/60/EG – Artikel 9, lid 1 – Kostenterugwinning voor waterdiensten – Gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit – Richtlijn 2009/72/EG – Artikel 3, lid 1 – Beginsel van non-discriminatie – Artikel 107, lid 1, VWEU – Staatssteun – Heffing op het gebruik van binnenwateren voor de productie van elektriciteit – Heffing die enkel wordt opgelegd aan producenten van hydro-elektrische energie die actief zijn in intercommunautaire stroomgebieden)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Supremo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Asociación Española de la Industria Eléctrica (UNESA) (C-105/18), Energía de Galicia (Engasa) SA (C-106/18), Duerocanto SL (C-107/18), Corporación Acciona Hidráulica (Acciona) SLU (C-108/18), Associació de Productors i Usuaris d’Energia Elèctrica (C-109/18), José Manuel Burgos Pérez, María del Amor Guinea Bueno (C-110/18), Endesa Generación SA (C-111/18), Asociación de Empresas de Energías Renovables (APPA) (C-112/18), Parc del Segre SA, Electra Irache SL, Genhidro Generación Hidroeléctrica SL, Hicenor SL, Hidroeléctrica Carrascosa SL, Hidroeléctrica del Carrión SL, Hidroeléctrica del Pisuerga SL, Hidroeléctrica Santa Marta SL, Hyanor SL, Promotora del Rec dels Quatre Pobles SA (C-113/18),

Verwerende partij: Administración General del Estado

in aanwezigheid van: Iberdrola Generación SAU, Hidroeléctrica del Cantábrico SA

Dictum

Artikel 191, lid 2, VWEU en artikel 9, lid 1, van richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, dienen aldus te worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een heffing op het gebruik van binnenwateren voor de productie van elektriciteit, zoals de in de hoofdgedingen aan de orde zijnde heffing, die geen prikkels bevat voor het efficiënte gebruik van het water en evenmin voorziet in mechanismen voor het behoud en de bescherming van de openbare watervoorraden, en waarvan de berekening volledig losstaat van de vraag in welke mate schade kan worden toegebracht aan de openbare watervoorraden, daar zij uitsluitend is gebaseerd op het vermogen van de producenten van hydro-elektrische energie om inkomsten te genereren.

Het beginsel van non-discriminatie, neergelegd in artikel 3, lid 1, van richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een heffing, zoals de in de hoofdgedingen aan de orde zijnde heffing op het gebruik van binnenwateren voor de productie van elektriciteit, die uitsluitend verschuldigd is door producenten van hydro-elektrische energie die actief zijn in stroomgebieden die zich over het grondgebied van meer dan één autonome gemeenschap uitstrekken.

Artikel 107, lid 1, VWEU dient aldus te worden uitgelegd dat de omstandigheid dat de in de hoofdgedingen aan de orde zijnde heffing op het gebruik van binnenwateren voor de productie van elektriciteit niet verschuldigd is door producenten van hydro-elektrische energie die actief zijn in stroomgebieden op het grondgebied van één autonome gemeenschap, noch door producenten van elektriciteit uit andere bronnen dan waterkracht, geen staatssteun in de zin van deze bepaling vormt ten gunste van deze producenten, aangezien zij, gelet op het relevante referentiekader en het met deze heffing nagestreefde doel, zich niet in een vergelijkbare situatie bevinden als producenten van hydro-elektrische energie die actief zijn in stroomgebieden die zich uitstrekken over het grondgebied van meer dan één autonome gemeenschap, die aan deze heffing onderworpen zijn, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

____________

1 PB C 161 van 7.5.2018.