Arrest van het Gerecht van 26 september 2014 – Romonta/Commissie
(Zaak T-614/13)1
(„Milieu – Richtlijn 2003/87/EG – Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten – Overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten vanaf 2013 – Besluit 2011/278/EU – Door Duitsland ingediende nationale uitvoeringsmaatregelen – Hardheidsclausule – Vrijheid van beroep en van ondernemerschap – Eigendomsrecht – Evenredigheid”)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Romonta GmbH (Seegebiet Mansfelder Land, Duitsland) (vertegenwoordigers: I. Zenke, M.-Y. Vollmer, C. Telschow en A. Schulze, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. White, C. Hermes en K. Herrmann, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende de nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240, blz. 27), voor zover daarbij in artikel 1, lid 1, wordt geweigerd om verzoekster voor de derde handelsperiode voor de handel in emissierechten 2013-2020 op basis van de hardheidsclausule van § 9, lid 5, van het Treibhausgas-Emissionshandelsgesetz (Duitse wet inzake de handel in broeikasgasemissierechten) van 21 juli 2011, de verlangde extra rechten toe te wijzen
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Romonta GmbH draagt de kosten van de hoofdprocedure en van de kortgedingprocedure.
________________________1 PB C 31 van 1.2.2014.