Arrest van het Gerecht van 4 juni 2013 – Nencini / Parlement
(Gevoegde zaken T-431/10 en T-560/10)1
(„Regeling kosten en vergoedingen van leden van Europees Parlement – Reiskosten en kosten voor parlementaire bijstand – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Verjaring – Redelijke termijn – Rechten van verdediging – Beginsel van hoor en wederhoor – Evenredigheid”)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Riccardo Nencini (Barberino del Mugello, Italië) (vertegenwoordigers: F. Bertini en M. Chiti, advocaten)
Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: aanvankelijk N. Lorenz, D. Moore en A. Caiola, vervolgens N. Lorenz, D. Moore en G. Ricci, gemachtigden)
Voorwerp
Primair, verzoeken om nietigverklaring van de besluiten van de secretaris-generaal van het Parlement van 16 juli 2010 en van 7 oktober 2010 betreffende de terugvordering van bepaalde bedragen die verzoeker, voormalig lid van het Parlement, heeft ontvangen als vergoeding voor ten onrechte betaalde reiskosten en kosten voor parlementaire bijstand, van debetnota’s nr. 312331 van 4 augustus 2010 en nr. 315653 van 13 oktober 2010 van de directeur-generaal van het directoraat-generaal financiën van het Parlement, alsook van alle daarmee samenhangende en/of daaraan voorafgaande handelingen, en, subsidiair, verzoeken om de zaak terug te verwijzen naar de secretaris-generaal van het Parlement opdat deze op een billijke wijze het teruggevorderde bedrag opnieuw bepaalt
Dictum
Het beroep in zaak T-560/10 wordt verworpen.
Riccardo Nencini wordt verwezen in de kosten in zaak T-560/10, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.
Zaak T-431/10 wordt doorgehaald in het register.
Elke partij zal haar eigen kosten dragen in zaak T-431/10, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding.
____________1 PB C 317 van 20.11.2010