Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 15 maart 2021 – Profi Credit Bulgaria EOOD / T.I.T.

(Zaak C-170/21)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski rayonen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Profi Credit Bulgaria EOOD

Verwerende partij: T.I.T.

Prejudiciële vragen

Dient artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG1 aldus te worden uitgelegd dat in procedures waarbij de schuldenaar tot aan de uitvaardiging van een rechterlijk betalingsbevel geen partij is de rechter ambtshalve moet onderzoeken of een contractueel beding oneerlijk is, en indien hij vermoedt dat dit het geval is, dit beding buiten toepassing moet laten?

Voor het geval de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moet de nationale rechter de uitvaardiging van een rechterlijk betalingsbevel dan volledig weigeren, wanneer de vordering gedeeltelijk op een oneerlijk contractueel beding is gebaseerd dat mede de omvang van de opgeëiste schuldvordering bepaalt?

Voor het geval de eerste vraag bevestigend en de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord, moet de nationale rechter de uitvaardiging van een rechterlijk bevel dan weigeren voor dat deel van de vordering dat op het oneerlijke beding is gebaseerd?

Voor het geval de derde vraag bevestigend wordt beantwoord, is de rechter dan verplicht, en zo ja, onder welke voorwaarden, om ambtshalve rekening houden met de gevolgen van het oneerlijke karakter van een beding, wanneer er informatie beschikbaar is over een daarop gebaseerde betaling, onder meer door deze betaling te verrekenen met andere uit de overeenkomst voortvloeiende schulden?

Voor het geval de vierde vraag bevestigend wordt beantwoord, is de nationale rechter dan gebonden aan de aanwijzingen van een hogere rechter − die naar nationaal recht voor de rechter tegen wiens uitspraak beroep is ingesteld bindend zijn −, wanneer daarin geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van het oneerlijke karakter van een beding?

____________

1     Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).