Language of document :

Beroep ingesteld op 8 augustus 2011 - Szajner/BHIM - Forge de Laguiole (LAGUIOLE)

(Zaak T-453/11)

Taal van het verzoekschrift: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Gilbert Szajner (Saint-Maur-des-Fossés, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. Lakits-Josse, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Forge de Laguiole SARL (Laguiole, Frankrijk)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt van 1 juni 2011 te vernietigen, voor zover daarbij gemeenschapsmerk nr. 2 468 379 met betrekking tot de in de vordering tot nietigverklaring genoemde waren nietig is verklaard, wat de klassen 8, 14, 16, 18, 20, 21, 28 en 34 betreft;

de onderneming Forge de Laguiole te verwijzen in haar eigen kosten alsook in de kosten van Szajner, de kosten van vertegenwoordiging van partijen daaronder begrepen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring wordt gevorderd: het woordmerk "LAGUIOLE" voor waren en diensten van onder meer de klassen 8, 14, 16, 18, 20, 21, 28, 34 en 38 - gemeenschapsmerk nr. 2 468 379

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoeker

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: Forge de Laguiole SARL

Motvering van de vordering tot nietigverklaring: de vordering tot nietigverklaring is ingediend krachtens artikel 53, lid 1, sub c, en artikel 8, lid 4, van verordening nr. 207/2009, op basis van de handelsnaam Forge de Laguiole

Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling en gedeeltelijke nietigverklaring van gemeenschapsmerk nr. 2 468 379

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 4, van verordening nr. 207/2009, op grond dat, ten eerste, de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat de handelsnaam Forge de Laguiole niet aan het specialiteitsbeginsel is onderworpen en deze naam kan worden beschermd voor activiteiten die niet door Forge de Laguiole worden uitgeoefend, en ten tweede, geen gevaar voor verwarring bestaat tussen de handelsnaam Forge de Laguiole, die wordt gebruikt voor messen, en het merk "LAGUIOLE", dat betrekking heeft op waren die geen verband houden met de fabricage van messen.

____________