Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 25 juli 2005 ingesteld door Mohammad Reza Fardoom en Michael Ashbrook tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-291/05)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 25 juli 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Mohammad Reza Fardoom, wonende te Rood-sur-Syre (Luxemburg) en Michael Ashbrook, wonende te Strassen (Luxemburg), vertegenwoordigd door G. Bounéou en F. Frabetti, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren de besluiten van het hoofd van de eenheid Sociale dialoog van 4 november 2004 houdende afwijzing van hun op 9 september 2004 ingediende aanvragen voor een reisopdracht om deel te nemen aan de vergadering van 13 september 2004 met een lid van de Commissie;

-    verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekers waren als vertegenwoordigers van een vakbondsorganisatie opgeroepen voor een vergadering met een lid van de Commissie op 13 september 2004. Om aan deze vergadering te kunnen deelnemen hadden zij vooraf een aanvraag voor een reisopdracht ingediend. Deze aanvraag is door hun hiërarchieke meerdere pas eenenveertig dagen later getekend. Op grond van deze vertraging heeft de ordonnateur de reisopdrachten geweigerd.

Verzoekers vorderen nietigverklaring van dit laatste besluit. Ter ondersteuning van hun beroep stellen zij schending van artikel 24 bis van het Statuut, inbreuk op de vrijheid van vakvereniging, schending van het gelijkheidsbeginsel en van het non-discriminatiebeginsel en willekeur. In dit verband betogen zij dat zij hun aanvragen tijdig hebben ingediend en niet verantwoordelijk mogen worden gesteld voor het feit dat deze te laat zijn getekend. Verder voeren zij aan dat voor de reis geen kostenvergoeding was gevraagd, zodat er a posteriori geen betalingsverplichting ten laste van de middelen van de instelling kan ontstaan.

Daarnaast stellen verzoekers dat de Commissie haar motiveringsplicht en haar zorgplicht niet is nagekomen.

____________