Language of document :

Beroep ingesteld op 9 december 2011 - Regency Entertainment Psychagogiki kai Touristiki/Commissie

(Zaak T-635/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Regency Entertainment Psychagogiki kai Touristiki AE (Maroussi Attikis, Griekenland) (vertegenwoordigers: N. Niejahr, Q. Azau, F. Spyropoulos, I. Dryllerakis, K. Spyropoulos, advocaten, en F. Carlin, barrister)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van besluit 2011/716/EU van de Commissie van 24 mei 2011 betreffende de door Griekenland aan bepaalde Griekse casino's verleende staatssteun [steunmaatregel nr. C 16/10 (ex NN 22/10, ex CP 318/09)] (PB L 285, blz. 25);

subsidiair, nietigverklaring van het bestreden besluit, voor zover het van toepassing is op verzoekster; of

meer subsidiair, nietigverklaring van het bestreden besluit, voor zover het terugvordering van bedragen van verzoekster gelast; en

verwijzing van verweerster in haar eigen kosten en in die van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: schending door verweerster van artikel 107, lid 1, VWEU door te besluiten dat de betrokken maatregel een steunmaatregel was, doordat zij heeft:

-    verklaard dat verzoekster een economisch voordeel heeft gekregen in de vorm van "fiscale discriminatie" ten belope van 7,20 EUR per ticket;

-    vastgesteld dat de betrokken maatregel een verlies van staatsmiddelen     betekende;

-    beschouwd dat de maatregel selectief in verzoeksters voordeel was, en

-    geconcludeerd dat de maatregel de mededinging vervalste en de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedde.

Tweede middel: schending door verweerster van verzoeksters rechten van verdediging door totaal geen rekening te houden met de door verzoekster in de uitoefening van haar procedurele rechten gemaakte opmerkingen en aanvullende opmerkingen na het besluit tot inleiding van de procedure.

Derde middel: schending door verweerster van artikel 296 VWEU, doordat zij geen toereikende motivering heeft verstrekt op grond waarvan verzoekster kan begrijpen en dit Gerecht kan nagaan waarom zij heeft gesteld dat verzoekster een selectief voordeel heeft gekregen, dat een dergelijk voordeel een verlies van staatsmiddelen betekende, de mededinging kon vervalsen en de handel tussen de lidstaten ongunstig kon beïnvloeden.

Vierde middel: voor zover het bestreden besluit terugvordering van bedragen van verzoekster gelast, schendt het:

-    artikel 14, lid 1, eerste volzin, van verordening nr. 659/1999, op grond waarvan de terugvordering betrekking heeft op de door de begunstigde ontvangen steun, doordat verweerster in het bestreden besluit het eventueel door verzoekster ontvangen steunbedrag niet naar behoren heeft gekwantificeerd, en

-    artikel 14, lid 1, tweede volzin, van verordening nr. 659/1999, doordat de terugvordering in casu algemene beginselen van het Unierecht schendt, namelijk het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB 1999 L 83, blz. 1).