Language of document :

Beroep ingesteld op 5 juni 2007 - Lafarge Cement / Commissie

(Zaak T-195/07)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Lafarge Cement SA (vertegenwoordigers: P. K. Rosiak, juridisch adviseur, en F. Puel, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de beschikking van de Commissie van 26 maart 2007 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten, dat Polen heeft aangemeld overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, nietig te verklaren;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert nietigverklaring van beschikking C(2007) 1295 def. van de Commissie van 26 maart 2007 betreffende het nationale plan voor de toewijzing van broeikasgasemissierechten, dat Polen heeft aangemeld overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad.1 Volgens deze beschikking waren een aantal elementen van het op 30 juni 2006 bij de Commissie aangemelde Poolse nationale plan voor de toewijzing van CO2-emissierechten voor de periode 2008-2012 niet verenigbaar met artikel 9, leden 1 en 3, artikel 10 en artikel 13, lid 2, van richtlijn 2003/87/EG alsmede met de criteria van bijlage III daarbij. In de bestreden beschikking wordt de bovengrens van CO2-emissie in de periode 2008-2012 met 26,7 % verlaagd ten opzichte van de bovengrens die Polen in het bij de Commissie aangemelde nationale plan voor de toewijzing van emissierechten had voorgesteld.

Ter staving van haar beroep voert verzoekster aan dat de bestreden beschikking werd gegeven na afloop van de in artikel 9, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG gestelde termijn van drie maanden voor de vaststelling ervan. Volgens verzoekster kon de Commissie derhalve op 26 maart 2007 de bestreden beschikking niet vaststellen, of heeft zij minstens een wezenlijk vormvoorschrift geschonden.

In de tweede plaats schendt de bestreden beschikking de criteria 1 en 2 van bijlage III bij richtlijn 2003/87/EG, doordat daarbij zonder reden de door Polen voorgenomen toewijzing van emissierechten werd verlaagd tot een aanzienlijk lager niveau dan het oorspronkelijk aangemelde niveau, dat in overeenstemming was met de verplichtingen die volgens het Protocol van Kyoto op Polen rusten.

Verder betoogt verzoekster dat de Commissie door het geven van de bestreden beschikking artikel 9, lid 3, juncto artikel 11, lid 2, van richtlijn 2003/87/EG, alsmede het vertrouwensbeginsel en het beginsel van loyale samenwerking heeft geschonden. In plaats van de in artikel 9, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG vastgestelde beperkte bevoegdheden uit te oefenen, heeft zij immers, zonder rekening te houden met de in het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008-2012 gevolgde methodiek, in de bestreden beschikking een eigen methode tot vaststelling van de gemiddelde jaarlijkse maximumhoeveelheid van aan Polen toegekende emissierechten gehanteerd en deze methode aan Polen opgelegd, zodat zij zich ten onrechte een bevoegdheid heeft toegeëigend die de richtlijn aan de lidstaten heeft opgedragen. De Commissie heeft het beginsel van loyale samenwerking van de gemeenschapsinstellingen met de autoriteiten van de lidstaten geschonden, doordat zij Polen vóór de vaststelling van de bestreden beschikking niet heeft meegedeeld dat zij haar eigen economisch model zou aanwenden, zodat Polen en de betrokken ondernemingen de mogelijkheid werd ontnomen om opmerkingen te formuleren over de geschiktheid ervan en, in voorkomend geval, de gegevens en veronderstellingen aan de basis van de conclusies van de Commissie in twijfel te trekken.

In de vierde plaats heeft de Commissie criterium 3 van bijlage III bij richtlijn 2003/87/EG geschonden, doordat zij in de bestreden beschikking verouderde gegevens inzake de verwachte groei van het BBP en te algemene gegevens voor de berekening van de CO2-emissiehoeveelheid heeft gehanteerd, alsmede de jaarlijkse CO2-emissiehoeveelheid willekeurig heeft verlaagd met 2,5 % extra.

Ten slotte is de bestreden beschikking ontoereikend gemotiveerd, zodat zij artikel 253 EG schendt.

____________

1 - Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275, blz. 32).