Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 26 oktober 2011 – Bayerische Asphaltmischwerke/BHIM – Koninklijke BAM Groep (bam)

(Zaak T‑426/09)

[„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapsbeeldmerk BAM – Ouder nationaal beeldmerk BAM – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Geen soortgelijke waren – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009”]

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor zelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met ouder merk (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 61‑62)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 11 augustus 2009 (zaak R 1005/2008‑2) inzake een oppositieprocedure tussen Bayerische Asphaltmischwerke GmbH & Co. KG für Straßenbaustoffe en Koninklijke BAM Groep NV

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Bayerische Asphaltmischwerke GmbH & Co. KG für Straßenbaustoffe wordt, behalve in haar eigen kosten, verwezen in de kosten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) en van Koninklijke BAM Groep NV, daaronder begrepen, wat deze laatste betreft, de in verband met de procedure voor de kamer van beroep gemaakte noodzakelijke kosten.