Language of document :

Beroep ingesteld op 7 januari 2010 - Al Saadi / Europese Commissie

(Zaak T-4/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Faraj Faraj Hassan Al Saadi (Leicester, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: J. Jones, barrister, en Mudassar Arani, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

verordening (EG) nr. 954/2009 van de Commissie van 13 oktober 2009 nietig verklaren voor zover deze verzoeker betreft;

de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met zijn beroep vordert verzoeker op grond van artikel 263 VWEU nietigverklaring van verordening (EG) nr. 954/2009 van de Commissie van 13 oktober 20091 tot 114e wijziging van verordening (EG) nr. 881/20022 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al Qaida-netwerk en de Taliban, uit hoofde waarvan verzoeker is geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen worden bevroren.

Verzoekers naam is oorspronkelijk toegevoegd aan bijlage I bij verordening nr. 881/2002 van de Raad bij verordening (EG) nr. 2049/2003 van de Commissie van 20 november 20033, die later is vervangen door verordening (EG) nr. 46/2008 van de Commissie van 18 januari 20084. Bij het arrest van 3 december 2009 in de gevoegde zaken Hassan/Raad en Europese Commissie (C-399/06 P) en Ayadi/Raad (C-403/06 P)5, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 46/2008, nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op verzoeker.

Verzoeker voert ter onderbouwing van zijn beroep de volgende middelen aan:

Ten eerste stelt verzoeker dat de bestreden verordening zijn rechten van verweer schendt, waaronder het recht om te worden gehoord en het recht op effectieve rechterlijke bescherming, en hieraan geen einde maakt. Voorts stelt hij dat de Commissie geen bewijs heeft verstrekt dat de bevriezing van zijn tegoeden rechtvaardigt, waardoor hij zich met betrekking tot dit bewijs niet heeft kunnen verdedigen.

Ten tweede betoogt verzoeker dat de Commissie in strijd met haar verplichting krachtens artikel 296 VWEU geen overtuigende redenen voor de handhaving van de bevriezing van zijn tegoeden heeft aangevoerd.

Ten derde stelt verzoeker dat de Commissie bij de beslissing of zij de betwiste verordening zou vaststellen, geen beoordeling heeft verricht van alle relevante feiten en bewijs en derhalve bij haar beoordeling een kennelijke fout heeft gemaakt. Verzoeker stelt voorts dat hij nooit betrokken is geweest bij enige vorm van terroristische activiteiten en dat geen van tegen hem gerichte financiële sancties of preventieve maatregelen in welke vorm ook noodzakelijk zijn.

Ten vierde betoogt verzoeker dat de bij de bestreden verordening opgelegde onbepaalde restricties van zijn eigendomsrecht neerkomen op een onevenredige en onduldbare inbreuk op zijn recht op eerbiediging van zijn eigendom, die niet door dwingend bewijs wordt gerechtvaardigd.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 954/2009 van de Commissie van 13 oktober 2009 tot 114e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban (PB L 269, blz. 20).

2 - Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 139, blz. 9).

3 - Verordening (EG) nr. 2049/2003 van de Commissie van 20 november 2003 tot vijfentwintigste wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad (PB L 303, blz. 20).

4 - Verordening (EG) nr. 46/2008 van de Commissie van 18 januari 2008 tot 90e wijziging van verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban (PB L 16, blz. 11).

5 - Arrest van het Hof van 3 december 2009, Hassan/Raad en Europese Commissie (C-399/06 P) en Ayadi/Raad (C-403/06 P), Jurispr. blz. I-00000.