Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 24 maart 2004 ingesteld door Willem Goris tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-126/04)

Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 24 maart 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Willem Goris, wonende te Strassen (Luxemburg), vertegenwoordigd door N. Lhoëst, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

-    nietig te verklaren het besluit van het TABG van 5 mei 2003, voorzover daarbij:

verzoeker bij zijn aanwerving niet in de rang B 4, salaristrap 3, is ingedeeld;

verzoekers loopbaan in de rang niet is hersteld door zijn bevordering tot de rang B 3 op een eerdere datum te doen ingaan en hem, in voorkomend geval, tot de rang B 2 te bevorderen;

de datum van inwerkingtreding van het herindelingsbesluit met betrekking tot de geldelijke gevolgen daarvan is bepaald op 5 oktober 1995;

-    voor zoveel nodig, nietig te verklaren het stilzwijgend genomen besluit van het TABG van 14 december 2003 houdende afwijzing van zijn klacht (R/487/03);

-    verweerster te veroordelen tot betaling van een voorlopig op 125 000 euro bepaalde vergoeding voor het onwaarschijnlijke geval dat zij verzoekers loopbaan in de rang niet kan herstellen;

-    verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker in het onderhavige geding, die bij zijn aanwerving in september 1994 in de rang B 5, salaristrap 3, was ingedeeld, komt op tegen het besluit van het TABG om hem bij de herziening van zijn indeling in de rang B 4, salaristrap 2, en niet in de rang B 4, salaristrap 3, in te delen, om zijn loopbaan niet te herstellen en om het besluit betreffende zijn herindeling te doen ingaan op 5 oktober 1995.

De aangevoerde middelen zijn dezelfde als die in zaak T-125/04, Rousseaux/Commissie.

C

____________