Language of document :

Beroep ingesteld op 9 januari 2012 - Interbev / Commissie

(Zaak T-18/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Association Nationale Interprofessionnelle du Bétail et des Viandes (Interbev) (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: P. Morrier en A. Bouviala, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van beschikking C(2011) 4923 def. van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende steunmaatregel SA.14974 (C 46/2003 - Frankrijk) betreffende de bijdragen ten gunste van INTERBEV, nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, voor zover hierbij, enerzijds, de door INTERBEV tussen 1996 en 2004 ondernomen activiteiten inzake reclame, bevordering van technische bijstand, en onderzoek en ontwikkeling worden aangemerkt als staatssteun, en, anderzijds, de omvangrijke vrijwillige bijdragen ter financiering van deze activiteiten worden aangemerkt als staatsmiddelen die integrerend deel uitmaken van de voornoemde staatssteunmaatregelen;

subsidiair, nietigverklaring van beschikking C(2011) 4923 def. van de Commissie van 13 juli 2011 betreffende steunmaatregel SA.14974 (C 46/2003 - Frankrijk) betreffende de bijdragen ten gunste van INTERBEV, nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, voor zover hierbij de nationale rechterlijke instanties worden verzocht de omvangrijke vrijwillige bijdragen terug te vorderen (bestreden beschikking, punten 201 en 202);

verwijzing van de Europese Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van het beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: ontoereikende motivering van de bestreden beschikking gelet op artikel 296 VWEU en in het bijzonder op de voorwaarden met betrekking tot i) een selectief economisch voordeel voor marktdeelnemers in de runder- en schapensector, ii) het overheidskarakter van de door verzoekster ondernomen activiteiten, iii) de concurrentieverstoring en de ongunstige beïnvloeding van de handel tussen lidstaten en iv) het dwingend verband tussen de door verzoekster ondernomen activiteiten en de tussen 1996 en 2004 geheven omvangrijke vrijwillige bijdragen, ook verplichte vrijwillige bijdragen genoemd.

Tweede middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat de door verzoekster tussen 1996 en 2004 ondernomen activiteiten:

niet aan de Staat kunnen worden toegerekend en de omvangrijke vrijwillige bijdragen waarmee zij zijn gefinancierd geen staatsmiddelen zijn en geenszins aan de Franse Staat kunnen worden toegerekend;

geen economisch voordeel vormen voor één of meerdere begunstigden;

niet, zelfs niet potentieel, de mededinging en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beïnvloeden.

Derde middel, subsidiair: kennelijk onjuiste beoordeling van het bestaan van een dwingend bestemmingsverband tussen de omvangrijke vrijwillige bijdragen en de door verzoekster ondernomen activiteiten.

Vierde middel, uiterst subsidiair: kennelijk onjuiste beoordeling van de gevolgen die de nationale rechter moet verbinden aan de niet-aanmelding van de omvangrijke vrijwillige bijdragen. In punt 202 van de bestreden beschikking heeft de Commissie de nationale rechters aangespoord de terugbetaling van de omvangrijke vrijwillige bijdragen te gelasten en de steun ongeldig te verklaren, en de betrokkenen zich tot de nationale rechter te wenden, terwijl de nationale rechter niet verplicht is om de terugbetaling van de steun en de omvangrijke vrijwillige bijdragen te gelasten, omdat een dergelijke terugbetaling ongepast en praktisch onmogelijk is.

____________