Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 september 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Isernia - Italië) - Strafzaak tegen Aldo Patriciello

(Zaak C-163/10)1

(Lid van Europees Parlement - Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten - Artikel 8 - Strafvervolging wegens lasterlijke aanklacht - Buiten gebouw van Parlement afgelegde verklaringen - Begrip "in uitoefening van ambt uitgebrachte mening" - Immuniteit - Voorwaarden)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Isernia

Partij in de strafzaak

Aldo Patriciello

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Tribunale di Isernia - Uitlegging van artikel 9 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (PB 1967, 152, blz. 13) - Lid van het Europees Parlement, beschuldigd van laster na valse beschuldiging van politiebeambte - Begrip "in de uitoefening van het parlementaire ambt uitgebrachte mening"

Dictum

Artikel 8 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, gevoegd bij het VEU, het VWEU en het Euratom-Verdrag, moet aldus worden uitgelegd dat een door een Europees afgevaardigde buiten het Europees Parlement afgelegde verklaring die in zijn lidstaat van herkomst heeft geleid tot strafvervolging wegens lasterlijke aanklacht, slechts een in de uitoefening van zijn parlementair ambt uitgebrachte mening vormt die onder de in die bepaling neergelegde immuniteit valt, indien die verklaring een subjectieve beoordeling weergeeft die een rechtstreeks en voor de hand liggend verband vertoont met de uitoefening van dat ambt. De nationale rechter dient te beoordelen of die voorwaarden in de hoofdzaak vervuld zijn.

____________

1 - PB C 161 van 19.6.2010.