Language of document :

Beroep ingesteld op 17 januari 2014 – Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks / Commissie

(Zaak T-49/14)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Zentralverband des Deutschen Bäckerhandwerks e.V. (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordigers: I. Jung, M. Teworte-Vey, A. Renvert en J. Saatkamp, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het uitvoeringsbesluit van de Commissie van 14 november 2013 betreffende de afwijzing van een verzoek tot annulering van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, als bedoeld in verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad [Kołocz śląski/kołacz śląski (BGA)] [kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 7626] nietig verklaren

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

Eerste middel: onjuiste rechtsgrondslag

Verzoeker betoogt dat de Commissie het bestreden besluit ten onrechte heeft gebaseerd op de nieuwe versie van verordening (EU) nr. 1151/20121 , die ten tijde van de vaststelling van dit besluit gold, in plaats van op de oude verordening (EG) nr. 210/20062 , die gold op het tijdstip waarop verzoeker het verzoek heeft ingediend. Zodoende heeft verweerster het beginsel „tempus regit actum” geschonden.

Voorts voert verzoeker aan dat het verzoek tot annulering van de registratie volgens verordening nr. 510/2006 ontvankelijk en gegrond is. In dit verband stelt hij onder meer dat twee annuleringsgronden in de zin van artikel 12, lid 2, van verordening nr. 510/2006 aanwezig zijn (de betrokken benaming is een soortbenaming in de zin van artikel 3, lid 1, van verordening nr. 510/2006; het geografische gebied Silezië wordt in de registratie onjuist afgebakend) en dat de grondrechten van de bakkersbedrijven in de Bondsrepubliek Duitsland zouden worden geschonden indien deze bepaling op een andere wijze werd uitgelegd en toegepast.

Tweede middel: schending van verordening nr. 1151/2012

Verzoeker stelt dat het verzoek ook ontvankelijk en gegrond is indien het op basis van verordening nr. 1151/2012 wordt beoordeeld.

____________

1 Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343, blz. 1).

2 Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 93, blz. 12).