Language of document :

Beroep ingesteld op 4 februari 2022 – Commissie/Tsjechië

(Zaak C-75/22)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Armati, M. Mataija en M. Salyková, gemachtigden)

Verwerende partij: Tsjechische Republiek

Conclusies

vaststelling dat de Tsjechische Republiek, door artikel 3, lid 1, onder g) en h), artikel 6, onder b), artikel 7, lid 3, artikel 21, lid 6, artikel 31, lid 3, artikel 45, lid 2, onder c), f), en ten dele onder e), artikel 45, lid 3, artikel 50, lid 1, gelezen in samenhang met punt 1, onder d) en e), van bijlage VII, en artikel 51, lid 1, van richtlijn 2005/36/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, gewijzigd bij richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad2 niet correct om te zetten, de verplichtingen niet is nagekomen die krachtens deze bepalingen van de richtlijn op haar rusten;

verwijzing van de Tsjechische Republiek in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 3, lid 1, onder g) en h) – de Commissie stelt dat de Tsjechische Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die zijn vervat in deze bepalingen van de richtlijn en die betrekking hebben op de omschrijving van de status van personen die onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beoefenaar een stage afleggen en van personen die zich voorbereiden op een proeve van bekwaamheid.

Artikel 6, onder b) – de Commissie verwijt de Tsjechische Republiek dat zij dienstverrichters niet heeft vrijgesteld van inschrijving bij een publiekrechtelijke instelling voor de sociale zekerheid van de ontvangende lidstaat om de rekeningen inzake de ten gunste van sociaal verzekerden verrichte werkzaamheden op een verzekeringsinstelling te kunnen verhalen.

Artikel 7, lid 3 – volgens de Commissie is deze bepaling van de richtlijn niet duidelijk omgezet. De bepaling stelt architecten en dierenartsen in de gelegenheid om de beroepstitel van de lidstaat van ontvangst te gebruiken.

Artikel 21, lid 6, en artikel 31, lid 3 – de Commissie meent dat de Tsjechische Republiek deze bepalingen, die betrekking hebben op de opleiding van verpleegkundigen die verantwoordelijk zijn voor algemene zorg, niet correct heeft omgezet.

Artikel 45, lid 2, onder c), f), en ten dele onder e) – de Commissie stelt dat de Tsjechische Republiek deze bepalingen van de richtlijn niet correct heeft omgezet, aangezien zij apothekers niet de toegang heeft verzekerd tot de in deze bepalingen opgesomde soorten werkzaamheden.

Artikel 45, lid 3 – de Commissie meent dat de Tsjechische Republiek deze bepaling van de richtlijn niet correct heeft omgezet, aangezien zij apothekers die in een andere lidstaat een beroepskwalificatie hebben verworven, niet de toegang heeft verzekerd tot de minimumlijst van werkzaamheden; deze toegang mag enkel afhankelijk worden gesteld van aanvullende beroepservaring.

Artikel 50, lid 1, gelezen in samenhang met punt 1, onder d) en e), van bijlage VII – volgens de Commissie zijn deze bepalingen van de richtlijn niet correct omgezet, aangezien de Tsjechische Republiek niet heeft voorgeschreven dat de termijn voor de verstrekking van de vereiste documenten door de lidstaat van herkomst twee maanden bedraagt.

Artikel 51, lid 1 – de Commissie verwijt de Tsjechische Republiek dat zij deze bepaling van de richtlijn niet correct heeft omgezet, aangezien zij niet heeft voorgeschreven dat de termijn voor de bevestiging van de ontvangst van een verzoek om erkenning van een beroepskwalificatie en, in voorkomend geval, voor de mededeling welke documenten ontbreken, één maand bedraagt.

____________

1 PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.

1 Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 van 20 november 2013 tot wijziging van richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (PB 2013, L 354, blz. 132).