Language of document : ECLI:EU:T:2015:287





Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 12 mei 2015 –
Stichting Woonlinie e.a./Commissie

(Zaak T‑202/10 RENV)

„Staatssteun – Sociale huisvesting – Steunregeling voor woningcorporaties – Bestaande steun – Besluit tot aanvaarding van de verbintenissen van de lidstaat – Kennelijk ongegrond beroep”

1.                     Steunmaatregelen van de staten – Bestaande steun – Onderzoek door de Commissie naar de verenigbaarheid van de steun met de interne markt – Verbintenissen van steunverlenende lidstaat – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 18, 19, lid 1, en 26, lid 1) (cf. punten 56‑59, 73, 82, 87)

2.                     Steunmaatregelen van de staten – Bestaande steun – Voortdurend onderzoek door de Commissie, tezamen met de lidstaten – Maatregelen die aan de lidstaten in het kader van dit onderzoek worden voorgesteld – Aanvaarding door de lidstaten – Dwingende werking (Art. 108, lid 1, VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 19) (cf. punten 62‑65, 79)

Voorwerp

Beroep tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2009) 9963 definitief van de Commissie van 15 december 2009 inzake de steunmaatregelen E 2/2005 en N 642/2009 – Nederland – Bestaande steun en bijzondere projectsteun voor woningcorporaties

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Stichting Woonlinie, Stichting Allee Wonen, Woningstichting Volksbelang, Stichting WoonInvest en Stichting Woonstede dragen hun eigen kosten alsook de kosten van de Europese Commissie.

3)

Het Koninkrijk België en Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN), dragen hun eigen kosten.