Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Bucureşti (Roemenië) op 4 maart 2022 – Groenland Poultry SRL, in liquidatie / Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură - Centrul Judeţean Dâmboviţa

(Zaak C-169/22)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Bucureşti

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Groenland Poultry SRL, in liquidatie

Verwerende partij: Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură - Centrul Judeţean Dâmboviţa

Prejudiciële vragen

Moet artikel 47, lid 1, van verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)1 aldus worden uitgelegd dat gevallen van „overmacht of uitzonderlijke omstandigheden” ook situaties omvatten waarin de begunstigde van de steun het recht op gebruik van de gehuurde goederen verliest als gevolg van de beëindiging van de huurovereenkomst wegens insolventie van de eigenaar van de gehuurde goederen (verhuurder)?

Moet, in het licht van het evenredigheidsbeginsel, artikel 44, lid 2, onder a), van verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) aldus worden uitgelegd dat, wanneer het bedrijf van een begunstigde geheel of gedeeltelijk aan een andere persoon wordt overgedragen gedurende de looptijd van een verbintenis die is aangegaan als voorwaarde voor de toekenning van steun, en deze tweede begunstigde, ondanks het feit dat hij een belangrijk deel van de verbintenis is nagekomen, zijn landbouwactiviteiten beëindigt en overname van die verbintenis door een opvolger niet haalbaar is, de tweede begunstigde van de verbintenis [rectius: van de steun] de steun die hij heeft ontvangen (voor de periode waarin hij de begunstigde van de steun was) moet terugbetalen, of ook de steun moet terugbetalen die de eerste begunstigde van de onderneming heeft ontvangen?

Welke omstandigheden moet de nationale rechter in aanmerking nemen bij de uitlegging van artikel 44, lid 2, onder a), van verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie van 15 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), om te beoordelen of „overname van die verbintenis door een opvolger niet haalbaar is”?

____________

1     PB 2006, L 368, blz. 15.