Language of document :

Beroep ingesteld op 29 februari 2012 - Cytochroma Development / BHIM - Teva Pharmaceutical Industries (ALPHAREN)

(Zaak T-106/12)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Cytochroma Development, Inc. (St. Michael, Barbados) (vertegenwoordigers: S. Malynicz, barrister en A. Smith, solicitor)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij voor de kamer van beroep: Teva Pharmaceutical Industries Ltd (Jeruzalem, Israël)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 2 december 2011 in zaak R 1235/2011-1 vernietigen;

het Bureau en de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in hun eigen kosten en in die van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk "ALPHAREN" voor waren van klasse 5 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 4320297

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Hongaarse merkinschrijving nr.134972 van het woordmerk "ALPHA D3" voor waren van klasse 5; Litouwse merkinschrijving nr. 20613 van het woordmerk "ALPHA D3" voor waren van klasse 5; Letse merkinschrijving nr. M30407 van het woordmerk "ALPHA D3" voor waren van klasse 5

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 1 quinquies, lid 2, van verordening nr. 216/96 van de Commissie, aangezien een lid van de kamer van beroep die na terugverwijzing de nieuwe beslissing heeft vastgesteld, reeds lid was van de kamer die de aanvankelijke beslissing had genomen; schending van artikel 65, lid 6, van verordening nr. 207/2009 van de Raad en artikel 1 quinquies, lid 1, van verordening nr. 216/96 van de Commissie met betrekking tot de maatregelen die zijn getroffen om te voldoen aan het arrest van het Gerecht; schending van artikel 76, lid 1, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, doordat de kamer van beroep ambtshalve bepaalde feiten heeft onderzocht in een zaak betreffende relatieve weigeringsgronden; schending van het rechtszekerheidsbeginsel en van artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

____________