Language of document :

Arrest van het Gerecht van 6 september 2013 – Iranian Offshore Engineering & Construction / Raad

(Zaak T-110/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beroep tot nietigverklaring – Termijn voor aanpassing conclusies – Ontvankelijkheid – Motiveringsplicht – Kennelijk onjuiste beoordeling”)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Iranian Offshore Engineering & Construction Co. (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: J. Viñals Camallonga, L. Barriola Urruticoechea en J. Iriarte Ángel, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: P. Plaza García, V. Piessevaux en G. Ramos Ruano, gemachtigden)

Voorwerp

Een verzoek tot nietigverklaring enerzijds van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71), en anderzijds van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11), alsmede van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen

Dictum

Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Iranian Offshore Engineering & Construction Co. wordt opgenomen in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB.

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, wordt nietig verklaard, voor zover daarbij de naam van Iranian Offshore Engineering & Constructions Co. wordt opgenomen in bijlage VIII bij verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007.

Bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010, wordt nietig verklaard, voor zover zij Iranian Offshore Engineering & Construction Co. betreft.

De gevolgen van besluit 2010/413/GBVB, zoals gewijzigd bij besluit 2011/783, worden gehandhaafd, voor zover het Iranian Offshore Engineering & Construction Co. betreft, vanaf de inwerkingtreding ervan op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie totdat de gedeeltelijke nietigverklaring van verordening nr. 267/2012 effect sorteert.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen en de door Iranian Offshore Engineering & Construction Co. in het kader van het onderhavige beroep en van de procedure in kort geding gemaakte kosten.

____________

____________

1     PB C 126 van 28.4.2012.