BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT
VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
10 oktober 2005(*)
„Doorhaling”
In zaak T-480/04,
Chr. Muller Touw B.V., gevestigd te Elst (Nederland) en
A&C Braid and RopeCo. Pvt. Ltd., gevestigd te Rania Kanpur (Indië),
vertegenwoordigd door J. Wolfs, advocaat,
verzoeksters,
tegen
Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door J.-P. Hix en B. Driessen als gemachtigden, bijgestaan door G. M. Berrisch, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,
verweerder,
ondersteund door
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door W. Wils en E. Righini als gemachtigden,
interveniënte,
betreffende de nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1736/2004 van de Raad van 4 oktober 2004 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van touw en synthetische vezels uit India,
geeft
DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER
VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
de navolgende
Beschikking
1 Bij een op 22 augustus 2005 ter griffie van het Gerecht neergelegd schrijven hebben verzoeksters het Gerecht krachtens artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht bericht, dat zij afstand doen van hun beroep. Zij spreken zich niet uit over de kosten.
2 Bij een op 16 september 2005 ter griffie van het Gerecht neergelegd schrijven heeft de verweerder het Gerecht meegedeeld dat hij het Gerecht verzoekt de verzoeksters overeenkomstig artikel 87, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering in de proceskosten te veroordelen.
3 Bij een op 8 september 2005 ter griffie van het Gerecht neergelegd schrijven heeft de interveniënte het Gerecht meegedeeld dat zij geen opmerkingen heeft ten aanzien van de afstand van instantie.
4 Volgens artikel 87, lid 5, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering wordt de partij die afstand doet van instantie, voorzover dit door de wederpartij in haar opmerkingen betreffende de afstand van instantie is gevorderd, veroordeeld in de kosten.
5 Volgens artikel 87, lid 4, van het Reglement voor de procesvoering dragen de lidstaten en de instellingen die in het geding zijn tussengekomen hun eigen kosten.
6 Bijgevolg dienen de verzoeksters hun eigen kosten en die van de Raad te dragen. De Commissie draagt haar eigen kosten.
DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
beschikt:
1) Zaak T-480/04 wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.
2) Verzoeksters dragen hun eigen kosten en die van de verweerder.
3) De interveniënt draagt zijn eigen kosten.
Luxemburg, 10 oktober 2005.