Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 20 januari 2015 – NICO/Raad
(Zaak T‑6/13)
„Beroep tot nietigverklaring – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden – Beroepstermijn – Aanvang – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”
1. Beroep tot nietigverklaring – Termijnen – Aanvang – Handeling met beperkende maatregelen tegen een persoon of entiteit – Handeling die is gepubliceerd en aan de adressaten is meegedeeld – Datum van mededeling van de handeling – Mededeling aan de betrokkene door middel van een publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie – Toelaatbaarheid (Art. 263, vierde en zesde alinea, VWEU en 275, tweede alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 102; besluit 2012/635/GBVB van de Raad, art. 2; verordening nr. 945/2012 van de Raad, art. 1) (cf. punten 14, 15, 24‑34, 42)
2. Gerechtelijke procedure – Beroepstermijnen – Verval van recht – Toeval of overmacht (Art. 263, zesde alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 45, tweede alinea) (cf. punt 35)
Voorwerp
| Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16), voor zover verzoeksters naam is opgenomen op de lijst van personen en entiteiten waarop die beperkende maatregelen van toepassing zijn |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Naftiran Intertrade Co. (NICO) Sàrl zal zijn eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie. |