Language of document :

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 30 april 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundespatentgericht - Duitsland) – Royalty Pharma Collection Trust / Deutsches Patent- und Markenamt

(Zaak C-650/17)1

[Prejudiciële verwijzing – Intellectuele en industriële eigendom – Verordening (EG) nr. 469/2009 – Aanvullend beschermingscertificaat voor geneesmiddelen – Voorwaarden voor verkrijging – Artikel 3, onder a) – Begrip „door een van kracht zijnd basisoctrooi beschermd product” – Beoordelingscriteria]

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundespatentgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Royalty Pharma Collection Trust

Verwerende partij: Deutsches Patent- und Markenamt

Dictum

Artikel 3, onder a), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, moet aldus worden uitgelegd dat een product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi, in de zin van deze bepaling, wanneer het voldoet aan een algemene functionele definitie die door een van de conclusies van het basisoctrooi wordt gebruikt en het noodzakelijkerwijs betrekking heeft op de uitvinding waarvoor dit octrooi geldt, zonder evenwel geïndividualiseerd als concrete uitvoeringsvorm uit de in het basisoctrooi vervatte kennis te kunnen worden afgeleid, voor zover het, in het licht van alle in dat octrooi geopenbaarde gegevens, door de vakman op basis van zijn algemene kennis op het betrokken gebied op de indienings- of voorrangsdatum van het basisoctrooi en de stand van de techniek op die datum, specifiek identificeerbaar is.

Artikel 3, onder a), van verordening nr. 469/2009 moet aldus moet worden uitgelegd dat een product niet wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi, in de zin van deze bepaling, wanneer het, hoewel het valt onder de in de conclusies van dat octrooi gegeven functionele definitie, na de datum van indiening van de aanvraag voor het basisoctrooi is ontwikkeld op grond van een zelfstandige uitvinderswerkzaamheid.

____________

1 PB C 52 van 12.2.2018.