Language of document : ECLI:EU:T:2005:312

Zaak T‑140/02

Sportwetten GmbH Gera

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmerk – Verzoek tot nietigverklaring – Communautair beeldmerk dat woordelement INTERTOPS bevat – Merk dat in strijd is met openbare orde of goede zeden – Artikel 7, lid 1, sub f, en lid 2, en artikel 51 van verordening (EG) nr. 40/94”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Afstand, verval en nietigheid – Absolute nietigheidsgronden – Merken die in strijd zijn met openbare orde of goede zeden – Beoordeling uitsluitend op basis van onderzoek van merk zelf in samenhang met betrokken waren en diensten – Omstandigheden betreffende handelwijze van merkhouder – Irrelevant

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub f)

Bij de beoordeling of een gemeenschapsmerk in strijd is met de openbare orde of de goede zeden in de zin van artikel 7, lid 1, sub f, van verordening nr. 40/94, zodat het overeenkomstig artikel 51, lid 1, sub a, van deze verordening nietig kan worden verklaard, dient dit merk zelf te worden onderzocht, dit wil zeggen het teken in samenhang met de waren of diensten zoals die bij de inschrijving van het merk zijn opgegeven. Uit het samenstel van de verschillende alinea’s van artikel 7, lid 1, volgt immers dat deze naar de intrinsieke kenmerken van het merk verwijzen en niet naar omstandigheden betreffende de handelwijze van de merkhouder.

Dat de houder van een gemeenschapsmerk in een lidstaat de betrokken diensten niet mag aanbieden of ervoor reclame maken, kan dus geenszins worden beschouwd als een intrinsiek kenmerk van dit merk in de zin van de hierboven aangehaalde interpretatie. Deze omstandigheid kan dus niet tot gevolg hebben dat het merk zelf in strijd is met de openbare orde of de goede zeden.

(cf. punten 27‑29)