Language of document :

Arrest van het Gerecht van 16 september 2013 – Villeroy & Boch Austria e.a. / Commissie

(Gevoegde zaken T-373/10, T-374/10, T-382/10 en T-402/10)1

(„Mededinging – Mededingingsregelingen – Belgische, Duitse, Franse, Italiaanse, Nederlandse en Oostenrijkse markt van badkamersanitair – Besluit waarbij inbreuk op artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst is vastgesteld – Coördinatie van prijsverhogingen en uitwisseling van commercieel gevoelige informatie – Eén enkele inbreuk – Toerekenbaarheid van inbreukmakend gedrag – Bewijs – Geldboeten – Richtsnoeren voor berekening van bedrag van geldboeten van 2006 – Verbod van terugwerkende kracht – Redelijke termijn”)

Procestalen: Duits, Frans en Nederlands

Partijen

Verzoekende partijen: Villeroy & Boch Austria GmbH (Mondsee, Oostenrijk) (vertegenwoordigers: A. Reidlinger, S. Dethof, M. Klusmann en K. Blau-Hansen, advocaten) (zaak T-373/10); Villeroy & Boch AG (Mettlach, Duitsland) (vertegenwoordigers: M. Klusmann, advocaat, S. Thomas, hoogleraar) (zaak T-374/10); Villeroy et Boch SAS (Paris, France) (vertegenwoordigers: J. Philippe, K. Blau-Hansen, advocaten, en A. Villette, solicitor) (zaak T-382/10); en Villeroy & Boch – Belgium (Brussel, België) (vertegenwoordigers: O. Brouwer, J. Blockx en N. Lorjé, advocaten) (zaak T-402/10)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: in zaak T-373/10, aanvankelijk F. Castillo de la Torre, R. Sauer, F. Ronkes Agerbeek en A. Antoniadis, vervolgens F. Castillo de la Torre, R. Sauer en F. Ronkes Agerbeek, gemachtigden, bijgestaan door G. van der Wal en M. van Heezik, advocaten; in zaak T-374/10, A. Antoniadis, R. Sauer en F. Ronkes Agerbeek; in zaak T-382/10, F. Castillo de la Torre, F. Ronkes Agerbeek en N. von Lingen, gemachtigden, bijgestaan door G. van der Wal et M. van Heezik; en, in zaak T-402/10, F. Castillo de la Torre en F. Ronkes Agerbeek, bijgestaan door G. van der Wal en M. van Heezik)

Voorwerp

Verzoek tot, primair, nietigverklaring van besluit C(2010) 4185 definitief van de Commissie van 23 juni 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39092 – Badkamersanitair) voor zover dit op verzoeksters betrekking heeft en, subsidiair, verlaging van de aan hen opgelegde geldboeten

Dictum

    In de zaken T-373/10, T-382/10 en T-402/10 worden de beroepen verworpen.

In zaak T-374/10 wordt artikel 1, lid 7, van besluit C(2010) 4185 definitief van de Commissie van 23 juni 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/39092 – Badkamersanitair), nietig verklaard voor zover daarin is vastgesteld dat Villeroy & Boch AG vóór 12 oktober 1994 heeft deelgenomen aan een mededingingsregeling in de sector van het badkamersanitair in België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Oostenrijk.

In zaak T-374/10 wordt het beroep verworpen voor het overige.

Villeroy & Boch Austria GmbH, Villeroy et Boch SAS en Villeroy & Boch – Belgium zullen hun eigen kosten en die van de Europese Commissie dragen in de zaken T-373/10, T-382/10 en T-402/10.

Villeroy & Boch AG zal zeven achtste van haar eigen kosten en zeven achtste van de kosten van de Commissie in zaak T-374/10 dragen.

Villeroy & Boch AG zal zeven achtste van haar eigen kosten en zeven achtste van de kosten van de Commissie in zaak T-374/10 dragen.

____________

____________

1     PB C 301 van 6.11.2010.