Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 16 december 2010 – Rubinstein en L’Oréal/BHIM – Allergan (BOTOLIST en BOTOCYL)
(Gevoegde zaken T‑345/08 en T‑357/08)
„Gemeenschapsmerk – Nietigheidsprocedure – Gemeenschapswoordmerken BOTOLIST en BOTOCYL – Oudere nationale beeld‑ en woordmerken BOTOX – Relatieve weigeringsgrond – Afbreuk aan reputatie – Artikel 8, lid 5, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 8, lid 5, van verordening (EG) nr. 207/2009] – Motiveringplicht – Artikel 73 van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 75 van verordening (EG) nr. 207/2009]”
1. Gemeenschapsmerk – Afstand, verval en nietigheid – Relatieve nietigheidsgronden – Inschrijving in strijd met artikel 8, lid 5, van verordening nr. 40/94 (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5, en 52, lid 1, sub a) (cf. punten 40, 64, 79, 88)
2. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van bescherming van ouder bekend merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarde – Verband tussen merken – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5) (cf. punten 65‑66)
3. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van bescherming van ouder bekend merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Door houer te leveren bewijzen – Toekomstig, niet-hypothetisch gevaar van ongerechtvaardigd voordeel of afbreuk (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5) (cf. punt 82)
4. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van bescherming van ouder bekend merk tot niet-soortgelijke waren of diensten – Voorwaarden – Voordeel dat ongerechtvaardigd wordt getrokken uit onderscheidend vermogen of reputatie van ouder merk – Afbreuk aan onderscheidend vermogen of reputatie van ouder merk – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5) (cf. punten 83‑85)
5. Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Motivering van beslissingen – Doel (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 73) (cf. punt 92)
Voorwerp
| In zaak T‑345/08 beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 28 mei 2008 (zaak R 863/2007‑1) inzake een nietigheidsprocedure tussen Allergan, Inc. en Helena Rubinstein SNC, en in zaak T‑357/08 beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 5 juni 2008 (zaak R 865/2007‑1) inzake een nietigheidsprocedure tussen Allergan, Inc. en L’Oréal SA |
Gegevens betreffende de zaak
Ingeschreven gemeenschapsmerken waarvan nietigverklaring is gevorderd: | gemeenschapswoordmerk nr. 2686392 BOTOLIST voor waren van klasse 3 en gemeenschapswoordmerk nr. 2782282 BOTOCYL voor waren van klasse 3 – gemeenschapsmerken nrs. 2686392 en 2782282 |
Houders van Gemeenschapsmerken: | Helena Rubinstein SNC en L’Oréal SA |
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: | Allergan, Inc. |
Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: | gemeenschapsbeeldmerk nr. 2015832 BOTOX voor waren van klasse 5; gemeenschapsbeeldmerk nr. 2575371 BOTOX voor waren van klasse 5; gemeenschapsbeeldmerk nr. 1923986 BOTOX voor waren van de klassen 5 en 16; gemeenschapswoordmerk nr. 1999481 BOTOX voor waren van klasse 5; verscheidene nationale merken BOTOX |
Beslissing van de nietigheidsafdeling: | afwijzing van de vorderingen tot nietigverklaring |
Beslissing van de kamer van beroep: | vernietiging van de beslissingen van de nietigheidsafdeling |
Dictum
1) | | De beroepen worden verworpen. |
2) | | Helena Rubinstein SNC wordt verwezen in de kosten in zaak T‑345/08. |
3) | | L’Oréal SA wordt verwezen in de kosten in zaak T‑357/08. |