Language of document :

Beroep ingesteld op 28 april 2021 – Jalkh / Parlement

(Zaak T-230/21)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Jean-François Jalkh (Gretz-Armainvilliers, Frankrijk) (vertegenwoordiger: F. Wagner, advocaat)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

besluit P9 TA(2021)0092 van het Europees Parlement van 25 maart 2021 betreffende het verzoek tot opheffing van verzoekers immuniteit (2020/2110 IMM) en waarbij verzoekers immuniteit daadwerkelijk is opgeheven, nietig verklaren;

het Europees Parlement verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Eerste middel: onwettigheid van artikel 32 van mededeling nr. 0011/2019 van 19 november 2019. Verzoeker is van mening dat het feit dat een lid van het Parlement geen afschrift van het dossier kan nemen, het mogelijk maakt dit dossier te manipuleren voordat het wordt overgelegd aan de leden van de commissie juridische zaken van het Parlement (hierna: „commissie JURI”). Volgens verzoeker is die bepaling duidelijk in strijd met de rechten van de verdediging, het recht op een eerlijk proces, het algemene beginsel van procedurele gelijkheid en de billijkheid van het debat.

Tweede middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften. Dit middel bestaat uit vier onderdelen.

Eerste onderdeel: strafbaar feit dat bestaat in valsheid in geschrifte en het gebruik van valse stukken, en dat is gepleegd door de rapporteur van de commissie JURI en de voorzitter ervan.

Tweede onderdeel: schending van de regel „le pénal tient l’administratif et le civil en état”.

Derde onderdeel: schending door het Parlement van artikel 7 van mededeling nr. 0011/2019 van 19 november 2019.

Vierde onderdeel: schending van artikel 9 van het Reglement van het Europees Parlement.

Derde middel: schending van artikel 8 van Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (PB 2012, C 326, blz. 266; hierna: „Protocol”).

Vierde middel: schending van artikel 9 van het Protocol. In dit verband beroept verzoeker zich op een duidelijk geval van fumus persecutionis.

____________