Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d'État (Frankrijk) op 13 juli 2023 – Association Protéines France e.a. / Ministre de l'Économie, des Finances et de la Souveraineté industrielle et numérique

(Zaak C-438/23, Protéines France e.a.)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Association Protéines France, Union végétarienne européenne, Association végétarienne de France, Beyond Meat Inc.

Verwerende partij: Ministre de l'Économie, des Finances et de la Souveraineté industrielle et numérique

Betrokken partijen: 77 Foods SAS, Les Nouveaux Fermiers SAS, Umiami SAS, NxtFood SAS, Nutrition en santé SAS, Olga SAS

Prejudiciële vragen

Moet artikel 7 van verordening nr. 1169/20111 , volgens hetwelk aan consumenten informatie moet worden verstrekt die hen niet misleidt over de identiteit, de aard en de hoedanigheden van levensmiddelen, aldus worden uitgelegd dat het een uitdrukkelijke harmonisatie in de zin en voor de toepassing van artikel 38, lid 1, van deze verordening tot stand brengt van het gebruik van benamingen van producten van dierlijke oorsprong uit het slagerij-, vleeswaren- of visserijbedrijf voor het beschrijven, het in de handel brengen of het bevorderen van de verkoop van levensmiddelen die plantaardige eiwitten bevatten (waardoor de consument kan worden misleid), met als gevolg dat een lidstaat niet kan ingrijpen door nationale maatregelen vast te stellen die het gebruik van die benamingen aan voorwaarden onderwerpen of verbieden?

Moet artikel 17 van verordening nr. 1169/2011, volgens hetwelk de benaming waarmee het levensmiddel wordt geïdentificeerd bij ontstentenis van een wettelijke benaming zijn gebruikelijke of beschrijvende benaming is, juncto punt 4 van deel A van bijlage VI bij die verordening, aldus worden uitgelegd dat het een uitdrukkelijke harmonisatie in de zin en voor de toepassing van artikel 38, lid 1, van deze verordening tot stand brengt van de inhoud en het gebruik van andere dan wettelijke benamingen die levensmiddelen van dierlijke oorsprong aanduiden, voor het beschrijven, het in de handel te brengen of het bevorderen van de verkoop van levensmiddelen met plantaardige eiwitten, ook wanneer alle ingrediënten van dierlijke oorsprong waaruit een levensmiddel bestaat volledig zijn vervangen door ingrediënten van plantaardige oorsprong, met als gevolg dat een lidstaat niet kan ingrijpen door nationale maatregelen vast te stellen die het gebruik van die benamingen aan voorwaarden onderwerpen of verbieden?

Indien de eerste of de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord, staat dan de uitdrukkelijke harmonisatie, in de zin en voor de toepassing van artikel 38, lid 1, van die verordening, die tot stand is gebracht door de artikelen 7 en 17 van verordening nr. 1169/2011 juncto punt 4 van deel A van bijlage VI bij die verordening, eraan in de weg dat:

a)    een lidstaat een nationale maatregel vaststelt waarbij administratieve sancties worden opgelegd wegens niet-naleving van de voorschriften en verboden die voortvloeien uit de bepalingen van deze verordening?

b)    een lidstaat een nationale maatregel ter bepaling van het gehalte aan plantaardige eiwitten vaststelt waaronder het blijft toegestaan om andere dan wettelijke benamingen ter aanduiding van levensmiddelen van dierlijke oorsprong te gebruiken voor het beschrijven, het in de handel te brengen of het bevorderen van de verkoop van levensmiddelen die plantaardige eiwitten bevatten?

Indien de eerste en de tweede vraag ontkennend worden beantwoord, staan de artikelen 9 en 17 van verordening nr. 1169/2011 het een lidstaat dan toe om:

a)    een nationale maatregel vast te stellen ter bepaling van het gehalte aan plantaardige eiwitten waaronder het is toegestaan om andere dan wettelijke benamingen ter aanduiding van levensmiddelen van dierlijke oorsprong te gebruiken voor het beschrijven, het in de handel brengen of het bevorderen van de verkoop van levensmiddelen die plantaardige eiwitten bevatten?

b)    een nationale maatregel vast te stellen die het gebruik van bepaalde gebruikelijke of beschrijvende benamingen verbiedt, ook wanneer deze vergezeld gaan van aanvullende aanduidingen die een eerlijke voorlichting van de consument waarborgen?

c)    de in deze vraag onder a) en b) bedoelde maatregelen alleen vast te stellen ten aanzien van de op zijn grondgebied vervaardigde producten, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel?

____________

1 Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB 2011, L 304, blz. 18).