Language of document :

Beroep ingesteld op 28 juli 2023 – Europese Commissie / Portugese Republiek

(Zaak C-487/23)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Santiago de Albuquerque en G. Gattinara, gemachtigden)

Verwerende partij: Portugese Republiek

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Hof

te verklaren dat de Portugese Republiek de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 4, lid 3 en lid 4, onder b), van richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties1 , door niet ervoor te hebben gezorgd of ervoor te zorgen dat:

‒ het plaatselijke bestuur, in 2013, 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018;

‒ de Portugese overheidsinstanties die gezondheidszorg verstrekken (subsector gezondheid), van 2013 tot 2022;

‒ de Autonome Regio Madeira, van 2013 tot 2022;

‒ de Autonome Regio der Azoren, in 2013 en van 2015 tot 2022,

hun handelsschulden binnen de in dat artikel gestelde termijnen betalen;

de Portugese Republiek te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Voorwerp van het beroep is de niet-nakoming, door de Portugese Republiek, van artikel 4, lid 3 en lid 4, onder b), van richtlijn 2011/7/EU vanaf 2012 tot op heden. Volgens deze bepalingen zorgen de lidstaten ervoor dat voor handelstransacties waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is, de betalingstermijn niet meer dan 30 dagen beloopt. Deze termijn kan worden verlengd tot 60 dagen voor specifiek voor dat doel erkende overheidsinstanties die gezondheidszorg verstrekken. Richtlijn 2011/7/EU bepaalt dat de lidstaten deze richtlijn moeten omzetten op uiterlijk 16 maart 2013.

Na de aandacht van de Portugese Republiek te hebben gevestigd op de systematische en voortdurende niet-naleving, door verschillende Portugese overheidsinstanties, van de voorwaarden voor de betaling van handelsschulden die zijn gesteld in artikel 4, lid 3 en lid 4, onder b), van richtlijn 2011/7/EU, heeft de Europese Commissie de precontentieuze fase van het beroep wegens niet-nakoming jegens deze lidstaat ingeleid.

Uit een reeks controleverslagen met gegevens over de gemiddelde betalingstermijn van overheidsinstanties in de diverse sectoren van het Portugese overheidsbestuur, die de Portugese Republiek op verzoek van de diensten van de Commissie heeft verstrekt, blijkt dat – na afloop van de termijn die is gesteld in het met redenen omklede advies en tot de datum van instelling van het beroep – de Portugese overheidsinstanties in diverse sectoren van het Portugese overheidsbestuur nog steeds hun handelsschulden betaalden na de termijn die is gesteld in artikel 4, lid 3 en lid 4, onder b), van richtlijn 2011/7/EU. Het gaat inzonderheid om de volgende overheidsinstanties:

‒ het plaatselijk bestuur, in 2013, 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018;

‒ de Portugese overheidsinstanties die gezondheidszorg verstrekken (subsector gezondheid), van 2013 tot 2022;

‒ de Autonome Regio Madeira, van 2013 tot 2022;

‒ de Autonome Regio der Azoren, in 2013 en van 2015 tot 2022.

Bovendien heeft de Portugese Republiek in de verslagen voor 2020, 2021 en 2022 slechts onvolledige gegevens opgenomen, naar verluidt omdat voor het plaatselijk bestuur voor die jaren geen gegevens beschikbaar waren als gevolg van een wijziging in het boekhoudsysteem voor plaatselijke besturen. Tot op de datum van instelling van het beroep heeft de Portugese Republiek nagelaten de gegevens in die verslagen te vervolledigen of geactualiseerde gegevens te verstrekken.

De Commissie is aldus tot de conclusie gekomen dat de Portugese Republiek haar verplichtingen krachtens artikel 4, lid 3 en lid 4, onder b), van richtlijn 2011/7/EU niet is nagekomen door niet ervoor te hebben gezorgd of ervoor te zorgen dat de hierboven genoemde overheidsinstanties hun handelsschulden betalen binnen de in dat artikel gestelde termijnen.

____________

1 PB 2011, L 48, blz. 1.