Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 12 maart 2014 – PAN Europe/Commissie

(Zaak T‑192/12)

„Beroep tot nietigverklaring – Milieu – Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1143/2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prochloraz – Verzoek tot interne herziening – Weigering – Voorwaarden waaronder een organisatie een verzoek tot interne herziening kan indienen – Beroep gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk rechtens ongegrond”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Conclusies strekkende tot een bevel aan een instelling – Conclusies strekkende tot verkrijging van een declaratoir arrest – Niet-ontvankelijkheid (Art. 263 VWEU) (cf. punten 14, 15)

2.                     Milieu – Uitvoeringsverordening nr. 1143/2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prochloraz – Verzoek tot interne herziening op grond van verordening nr. 1367/2006 – Ontvankelijkheid – Voorwaarden – Bestaansduur van de verzoekende niet-gouvernementele organisatie van meer dan twee jaar – Op de organisatie rustende bewijslast (Verordening nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 10 en 11, lid 1, sub c) (cf. punten 19, 21)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 9 maart 2012 houdende niet-ontvankelijkverklaring van het door verzoekster ingediende verzoek om interne herziening van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1143/2011 van de Commissie van 10 november 2011 tot goedkeuring van de werkzame stof prochloraz overeenkomstig verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie en beschikking 2008/934/EG van de Commissie (PB L 293, blz. 26)

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) Pesticide Action Network Europe (PAN Europe) draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.