Language of document : ECLI:EU:T:2014:595





Beschikking van de president van het Gerecht van 13 juni 2014 – SACE en Sace BT/Commissie

(Zaak T‑305/13 R)

„Kort geding – Staatssteun – Kapitaalinjecties ten gunste van een verzekeringsmaatschappij door haar moedermaatschappij die in handen is van de overheid – Besluit waarbij steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast – Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging – Spoedeisendheid – Fumus boni juris – Afweging van de belangen”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van alle betrokken belangen – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van de rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 16‑18)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Onderzoek prima facie van middelen aangevoerd ter ondersteuning van beroep in hoofdzaak – Beroep tegen een beschikking van de Commissie waarbij steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast – Middel inzake de toerekenbaarheid van de bestreden maatregelen aan de staat – Middel dat prima facie niet ongegrond is (Art. 107, lid 1, VWEU en 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 20‑32)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Situatie waarin het voortbestaan van de verzoekende vennootschap in gevaar komt (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 41‑48)

4.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Afweging van alle betrokken belangen – Besluit van de Commissie waarbij terugvordering van steun wordt gelast – Algemeen belang dat door de Commissie wordt verdedigd, en belang van de steunontvanger – Buitengewone omstandigheden – Gedeeltelijke opschorting van tenuitvoerlegging (Art. 108, lid 2, VWEU en 278 VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 14, lid 1; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 49‑55)

5.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Wijziging of intrekking – Voorwaarde – Wijziging in de omstandigheden – Begrip (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 108) (cf. punt 56)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van besluit C(2013) 1501 def. van de Commissie van 20 maart 2013 met betrekking tot steunmaatregelen SA.23425 (2011/C) (ex NN 41/2010), ten uitvoer gelegd door Italië in 2004 en 2009 ten gunste van Sace BT SpA

Dictum

1)

De beschikking van 28 februari 2014 in zaak T‑305/13 R wordt ingetrokken.

2)

De tenuitvoerlegging van artikel 5 van besluit C(2013) 1501 def. van de Commissie van 20 maart 2013 met betrekking tot steunmaatregelen SA.23425 (2011/C) (ex NN 41/2010), ten uitvoer gelegd door Italië in 2004 en 2009 ten gunste van Sace BT SpA, wordt opgeschort voor zover de Italiaanse autoriteiten gehouden zijn van deze vennootschap een bedrag van meer dan [vertrouwelijk] EUR terug te vorderen.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.