Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo (Spanje) op 6 juli 2022 – Caixabank SA e.a. / ADICAE e.a.

(Zaak C-450/22)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Supremo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Caixabank SA, Caixa Ontinyent SA, Banco Santander SA, rechtsopvolgster van Banco Popular Español SA en Banco Pastor SA, Targobank, SA, Credifimo SAU, Caja Rural de Teruel SCC, Caja Rural de Navarra SCC, Cajasiete Caja Rural SCC, Liberbank SA, Banco Castilla La Mancha SA, Bankia SA, rechtsopvolgster van Banco Mare Nostrum SA, Unicaja Banco, SA, Caja Rural de Asturias SA, Caja de Arquitectos SCC (Arquia Bank SA), Nueva Caja Rural de Aragón SC, Caja Rural de Granada SCC SA, Caja Rural del Sur SCC, Caja Rural de Jaén, Barcelona y Madrid SCC, Caja Rural de Albacete, Ciudad Real y Cuenca SCC (Globalcaja), Caja Laboral Popular SCC (Kutxa), Caja Rural Central SCC, Caja Rural de Extremadura SCC, Caja rural de Zamora SCC, Banco Sabadell SA, Banca March SA, Ibercaja, Banca Pueyo SA

Verwerende partijen: ADICAE, M.A.G.G., M.R.E.M., A.B.C., Óptica Claravisión SL, A.T.M., F.A.C., A.P.O., P.S.C., J.V.M.B., rechtsopvolgster van C.M.R.

Prejudiciële vragen

Valt de beoordeling in abstracto, met het oog op de transparantietoets in het kader van een collectieve vordering, van bedingen die door meer dan honderd financiële instellingen worden gebruikt in miljoenen bankovereenkomsten, zonder rekening te houden met het niveau van de vóór de sluiting van de overeenkomst verstrekte informatie over de juridische en economische lasten van het beding of met de overige omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst in elke zaak, onder artikel 4, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG1 , wat de omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst betreft, en onder artikel 7, lid 3, van die richtlijn, wat gelijksoortige bedingen betreft?

Is het verenigbaar met artikel 4, lid 2, en artikel 7, lid 3, van richtlijn 93/13/EEG dat er een transparantietoets in abstracto kan worden verricht vanuit het oogpunt van de gemiddelde consument, wanneer diverse aanbiedingen om een overeenkomst te sluiten gericht zijn op specifieke groepen van consumenten, of wanneer de financiële instellingen die er gebruik van maken talrijk zijn, zeer uiteenlopende economische en geografische werkterreinen hebben en de betrokken bedingen hebben gebruikt gedurende een bijzonder lange periode waarin de bekendheid ervan bij het publiek geleidelijk is gegroeid?

____________

1 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).