Language of document : ECLI:EU:T:2014:1035





Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 9 december 2014 –
Ferriere Nord/Commissie

(Zaak T‑90/10)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt van betonstaal in staven of rollen – Beschikking houdende vaststelling, op grond van verordening (EG) nr. 1/2003, van een inbreuk op artikel 65 KS na expiratie van het EGKS-Verdrag – Vaststelling van de prijzen en betalingstermijnen – Beperking of beheersing van de productie of de afzet – Schending van wezenlijke vormvoorschriften – Bevoegdheid van de Commissie – Rechten van de verdediging – Vaststelling van de inbreuk – Geldboeten – Recidive – Verzachtende omstandigheden – Medewerking – Volledige rechtsmacht”

1.                     Handelingen van de instellingen – Keuze van de rechtsgrondslag – Regelgeving van de Unie – Vereisten van duidelijkheid en voorzienbaarheid – Expliciete vermelding van de rechtsgrondslag – Beschikking van de Commissie waarbij na afloop van het EGKS-Verdrag een inbreuk op artikel 65 KS wordt vastgesteld en de betrokken onderneming wordt bestraft – Rechtsgrondslag gevormd door de artikelen 7, lid 1, en 23, lid 2, van verordening nr. 1/2003 (Art. 65, lid 1, KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 7, lid 1, en 23, lid 2) (cf. punten 59, 63)

2.                     Mededingingsregelingen – Mededingingsregelingen die ratione materiae en ratione temporis aan het rechtsstelsel van het EGKS-Verdrag zijn onderworpen – Aflopen van het EGKS-Verdrag – Voortzetting van het stelsel van vrije mededinging onder het EG-Verdrag – Handhaving van toezicht door de Commissie op grond van verordening nr. 1/2003 (Art. 65, lid 1, KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad) (cf. punten 64‑80)

3.                     Handelingen van de instellingen – Toepassing ratione temporis – Procedureregels – Regels van materieel recht – Onderscheid – Aflopen van het EGKS-Verdrag – Beschikking tot toepassing van de mededingingsregels die na afloop daarvan is gegeven en feiten van daarvóór betreft –Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel – Rechtssituaties die zijn verworven voor het aflopen van het EGKS-Verdrag – Onderworpenheid aan de rechtsregeling van het EGKS-Verdrag (Art. 65, lid 1, KS; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 49, lid 1) (cf. punten 81, 82, 85‑87, 121)

4.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Beginsel van retroactieve toepassing van de lichtste straf – Beginsel dat behoort tot de algemene beginselen van Unierecht en dat is neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Unie (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 49, lid 1) (cf. punt 90)

5.                     Mededingingsregelingen – Ongunstige beïnvloeding van de handel tussen lidstaten – Beoordelingscriteria – Beoordeling van grond van een geheel van verschillende factoren die, afzonderlijk beschouwd, niet noodzakelijk van doorslaggevend belang zijn – Mededingingsregelingen die zich tot het volledige grondgebied van een lidstaat uitstrekken – Bestaan van een sterk vermogen van ongunstige beïnvloeding (Art. 65, lid 1, KS; art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 92‑95, 98‑103)

6.                     Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Draagwijdte van het beginsel – Nietigverklaring van een eerste beschikking van de Commissie tot vaststelling van een inbreuk – Vaststelling van een nieuwe beschikking op een andere rechtsgrondslag en op basis van de vroegere voorbereidende handelingen – Toelaatbaarheid – Verplichting om een nieuwe mededeling van punten van bezwaar op te stellen – Geen – Verplichting om uitdrukkelijk te herinneren aan de mogelijkheid om een hoorzitting door de raadadviseur-auditeur te vragen – Geen (Art. 65 KS) (cf. punten 118, 119, 122‑124, 130, 139‑141)

7.                     Mededinging – Administratieve procedure – Mededeling van punten van bezwaar – Vereiste inhoud – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Aanduiding van de voornaamste elementen, feitelijk en rechtens, die tot een geldboete kunnen leiden – Aanduiding toereikend in het licht van het recht te worden gehoord betreffende de vaststelling van het bedrag van de geldboete – Verplichting om uitdrukkelijk melding te maken van het voornemen om de verzwarende omstandigheid van recidive toe te passen – Geen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 27, lid 1) (cf. punten 132‑135)

8.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive – Geen vaststelling van een verjaringstermijn die schending van het evenredigheidsbeginsel uitsluit (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punt 137)

9.                     Commissie – Collegialiteitsbeginsel – Draagwijdte – Beschikking houdende toepassing van de mededingingsregels – Wijze van toepassing van het reglement van orde van de Commissie houdende vaststelling van de toepasselijke taalregeling – Niet-naleving – Geen invloed – Kennisgeving zonder bijlagen – Schending van het collegialiteitsbeginsel – Geen – Elementen die rechtens genoegzaam zijn uiteengezet in het corpus van de beschikking (Art. 219 EG; reglement van orde van de Commissie, art. 15 en 16) (cf. punten 158, 166‑168)

10.                     Handelingen van de instellingen – Handelingen van de Commissie – Bevoegdheid – Omvang – Bevoegdheid tot vaststelling van een handeling daaronder begrepen de bevoegdheid om die handeling te wijzigen met eerbiediging van de in het Verdrag gestelde bevoegdheidsregels en vormvereisten (cf. punt 189)

11.                     Mededingingsregelingen – Onderling afgestemde feitelijke gedragingen – Begrip – Coördinatie en samenwerking in strijd met de verplichting van elke onderneming om het marktgedrag zelfstandig te bepalen – Uitwisseling van informatie onder concurrenten – Vermoeden van gebruik van de informatie om het marktgedrag te bepalen – Geen rechtstreeks verband tussen de onderling afgestemde feitelijke gedraging en de consumptieprijzen – Geen invloed (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 202‑206, 248, 252, 307)

12.                     Mededingingsregelingen – Complexe inbreuk met de kenmerken van en overeenkomst en de kenmerken van een onderling afgestemde feitelijke gedraging – Eén enkele kwalificatie als „overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging” – Toelaatbaarheid (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punten 206, 207, 209)

13.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Wijze van bewijslevering – Bundel aanwijzingen – Vereiste mate van bewijskracht van individueel beschouwde aanwijzingen – Toelaatbaarheid van de globale beoordeling van een bundel aanwijzingen (Art. 65 KS) (cf. punten 208‑210)

14.                     Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij een inbreuk wordt vastgesteld – Geen vaststelling van een inbreuk betreffende een andere marktdeelnemer die zich in een soortgelijke situatie bevindt – Geen invloed (Art. 65 KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art 23) (cf. punten 247, 277)

15.                     Mededingingsregelingen – Deelneming aan vergaderingen die ertoe strekken de mededinging te verstoren – Omstandigheid die, bij gebreke van distantiëring van de genomen beslissingen, de conclusie wettigt dat sprake is van deelneming aan de daaruit voortvloeiende mededingingsregeling – Publieke distantiëring – Restrictieve uitlegging (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punt 251)

16.                     EGKS – Prijzen – Prijslijsten – Publicatieplicht – Verenigbaarheid met het verbod van mededingingsregelingen (Art. 60 KS en 65, lid 1, KS) (cf. punten 267‑269)

17.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang (Art. 15 KS en 36 KS) (cf. punt 275)

18.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Ontbreken van dwingende of uitputtende lijst van criteria (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punt 286)

19.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Ingewikkelde economische beoordeling – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Wettigheidscontrole – Omvang (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punten 1 A en 1 B) (cf. punten 286, 296‑298)

20.                     Mededinging – Geldboeten – Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten – Rechtskarakter – Indicatieve gedragsregel waarbij de Commissie zelf haar beoordelingsbevoegdheid beperkt – Verplichting tot eerbiediging van het gelijkheids-, vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel (Mededeling 98/C 9/03 van de Commissie) (cf. punten 288‑290)

21.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Kwalificatie van een inbreuk als zeer zwaar – Doorslaggevende rol van het criterium betreffende de aard van de inbreuk – Criterium betreffende de omvang van de markt van de betrokken producten niet zelfstandig – Kwalificatie van een inbreuk als zeer zwaar hoewel beperkt tot het grondgebied van een enkele lidstaat – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 1 A) (cf. punten 303, 304, 308)

22.                     Mededingingsregelingen – Verbod – Inbreuken – Overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, die één enkele inbreuk vormen – Aansprakelijkheid voor gedragingen van andere ondernemingen in het kader van dezelfde inbreuk – Toelaatbaarheid – Criteria – Inaanmerkingneming bij de beoordeling van de zwaarte van de inbreuk (Art. 65, lid 1, KS) (cf. punt 316)

23.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Duur van de inbreuk – Geen inaanmerkingneming van het niet deelnemen van een onderneming aan een van de bestanddelen van de mededingingsregel gedurende een deel van de aangeklaagde periode – Ontoelaatbaarheid – Uitoefening door de Unierechter van zijn volledige rechtsmacht – Verlaging van de boete (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 317, 320‑325, dictum 1)

24.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Onderneming die een louter passieve rol vervulde of slechts meeloopster was – Beoordelingscriteria – Geen passieve rol of rol van meeloopster (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 3; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 3) (cf. punten 327, 328, 330)

25.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Bedreigingen en pressie waaraan een onderneming is blootgesteld – Daarvan uitgesloten (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 3) (cf. punt 329)

26.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive – Begrip – Geen verjaringstermijn – Schending van het rechtszekerheidsbeginsel – Geen – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Inaanmerkingneming van het tijdsverloop tussen een inbreuk en de recidive – Criteria (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 2) (cf. punten 335, 340‑349)

27.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive – Begrip éénzelfde type inbreuk – Inbreuken op het EG-Verdrag, enerzijds, en het EGKS-Verdrag, anderzijds – Daaronder begrepen – Minder zware eerste inbreuk in vergelijking met de recidive – Niet-relevant voor de vaststelling van het bestaan van recidive (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 2) (cf. punten 350, 351, 354‑360)

28.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beschikking waarbij geldboeten worden opgelegd – Vermelding van de elementen op basis waarvan de Commissie de zwaarte en de duur van de inbreuk heeft beoordeeld – Toereikende vermelding (Art. 15 KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23) (cf. punten 363‑365)

29.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Zwaarte van de inbreuk – Verzwarende omstandigheden – Recidive – Verhogingspercentage van het basisbedrag van de geldboete – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Passieve rol of rol van meeloopster van een onderneming – Niet-relevant voor de verhoging van het bedrag van de geldboete wegens recidive (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 98/C 9/03 van de Commissie, punt 2) (cf. punten 367‑373)

30.                     Mededinging – Geldboeten – Rechtskader – Afbakening – Vroegere beschikkingspraktijk van de Commissie – Indicatieve waarde – Beginsel van gelijke behandeling – Voorwaarden voor inaanmerkingneming – Zelfde omstandigheden als in eerdere zaken (Art. 65 KS; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 374, 410)

31.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van het voorwerp van het geschil – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Vergelijkbare vereisten voor de ter ondersteuning van een middel aangevoerde argumenten (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1) (cf. punten 378, 379)

32.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Vermindering van het bedrag van de geldboete in ruil voor medewerking van de betrokken onderneming – Voorwaarden – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Omvang – Kennelijke bevoegdheidsoverschrijving door de Commissie (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie) (cf. punten 386‑396)

33.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Vermindering van de geldboete in ruil voor de medewerking van de beschuldigde onderneming – Eerste onderneming die gegevens van doorslaggevend belang heeft aangebracht, die kunnen worden gebruikt als voornaamste bewijsbasis – Geen voorwaarde inzake de toereikendheid van de aangebrachte gegevens (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie, punt B, sub b) (cf. punten 401‑405)

34.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Niet-oplegging of vermindering van de geldboete in ruil voor de medewerking van de betrokken onderneming – Noodzaak van een gedraging die de vaststelling van een inbreuk door de Commissie heeft vergemakkelijkt – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Betwisting van feitelijke beweringen – Geen vergemakkelijking (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2; mededeling 96/C 207/04 van de Commissie, punt D) (cf. punten 411‑415)

Voorwerp

Primair, verzoek tot nietigverklaring van beschikking C (2009) 7492 definitief van de Commissie van 30 september 2009 betreffende een procedure op grond van artikel 65 [KS] (zaak COMP/37.956 – Betonstaal, nieuwe beschikking), zoals gewijzigd bij besluit C (2009) 9912 definitief van de Commissie van 8 december 2009, en subsidiair, een verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van die beschikking en verzoek tot verlaging van het bedrag van de aan verzoekster opgelegde geldboete

Dictum

1)

Het bedrag van de aan Ferriere Nord SpA opgelegde geldboete wordt bepaald op 3 421 440 EUR.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Ferriere Nord zal haar eigen kosten en drie vierden van de kosten van de Europese Commissie dragen. De Commissie zal een vierde van haar eigen kosten dragen.