Language of document :

Beroep ingesteld op 26 juni 2007 - Las Palmeras / Raad en Commissie

(Zaak T-217/07)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Las Palmeras S. Coop. And. (Sevilla, Spanje) (vertegenwoordiger: L. Ortiz Blanco, advocaat)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie en Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het onderhavige beroep tot schadevergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 288 EG toe te wijzen en vast te stellen dat verzoekster recht heeft op een financiële schadevergoeding van in totaal tweehonderdachtentachtigduizend tweehonderdachtendertig EUR (288 238 EUR), tot betaling waarvan de Raad en de Commissie hoofdelijk en gezamenlijk zijn gehouden, en,

de verwerende instellingen te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster in onderhavige procedure, een Spaanse onderneming die ruwe katoen egreneert, verzoekt om vergoeding van de schade die zij stelt te hebben geleden door de toepassing in het verkoopseizoen 2006/2007 van hoofdstuk 10 bis van titel IV van verordening (EG) nr. 1782/20031, dat is ingevoegd bij artikel 1, punt 20, van verordening (EG) nr. 864/2004.2 Hoofdstuk 10 bis van titel IV van verordening (EG) nr. 1782/2003 bevat gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en voert bepaalde steunregelingen voor landbouwers in.

In dit verband wijst verzoekster erop dat de bepalingen in geding bij arrest van het Hof van Justitie van 7 september 2006 in zaak C-310/04, Koninkrijk Spanje/Commissie, nietig zijn verklaard wegens schending van het evenredigheidsbeginsel. Bij dat arrest zijn de gevolgen van de nietigverklaring evenwel opgeschort totdat een nieuwe verordening is vastgesteld, zodat de betrokken bepalingen in het verkoopseizoen 2006/2007 van toepassing bleven.

Steunend op twee rapporten van een economisch adviesbureau, gaat verzoekster nader in op de schade die de sector heeft geleden, daar als gevolg van de toepassing van de nietigverklaarde bepalingen de hoeveelheid geproduceerde ruwe katoen in het betrokken verkoopseizoen - en daarmee ook de hoeveelheid industrieel geëgreneerde katoen - aanzienlijk is gedaald. Concreet betekent de in de betrokken bepalingen neergelegde steunregeling dat een belangrijk gedeelte van de steun (ongeveer 65 %) volstrekt los komt te staan van de katoenteelt, zodat de landbouwer deze steun blijft ontvangen, ook al gebruikt hij zijn grond voor de productie van andere gewassen. Zo wordt het verwachte rendement van een hectare grond kleiner bij bebouwing met katoen dan bij bebouwing met andere gewassen. Deze situatie heeft ook tot een daling van de exploitatie-inkomsten van de egreneringsindustrie geleid.

Volgens verzoekster is in het onderhavige geval voldaan aan de in de rechtspraak gestelde voorwaarden voor de buitencontractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap.

____________

1 - Verordening van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270, blz. 1).

2 - Verordening van de Raad van 29 april 2004 houdende wijziging van verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, en tot aanpassing daarvan in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie (PB L 161, blz. 48).