Language of document : ECLI:EU:T:2015:596





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 4 september 2015 –
NIOC e.a./Raad

(Zaak T‑577/12)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Beroep tot nietigverklaring – Procesbevoegdheid en procesbelang – Procesbevoegdheid en procesbelang – Ontvankelijkheid – Motiveringsplicht – Vermelding en keuze van de rechtsgrondslag – Bevoegdheid van de Commissie – Beginsel van voorzienbaarheid van de Uniehandelingen – Begrip verbonden entiteit – Kennelijke beoordelingsfout – Rechten van verdediging – Recht op een effectieve rechterlijke bescherming – Evenredigheid – Eigendomsrecht”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Procesbelang – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Beroep ingesteld door een emanatie van een derde staat – Beroep gericht tegen een handeling tot invoering van beperkende maatregelen jegens deze emanatie – Ontvankelijkheid (Art. 29 VEU; art. 263, vierde alinea, VWEU, en 275, tweede alinea, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47) (cf. punten 33‑37)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Middelen – Ontbrekende of ontoereikende motivering – Ander middel dan het middel betreffende de materiële wettigheid (Art. 263 VWEU en 296 VWEU) (cf. punt 45)

3.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Bevoegdheid van de Raad, inzake beperkende maatregelen op grond van artikel 215 VWEU, om gebruik te maken van de procedure van artikel 291, lid 2, VWEU (Art. 40, eerste alinea, VEU; art. 215 VWEU en 291, lid 2, VWEU; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 46, lid 2) (cf. punten 55, 56)

4.                     Handelingen van de instellingen – Verordeningen – Verordening betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Uitvoeringsbevoegdheden voorbehouden aan de Raad – Toelaatbaarheid – Voorwaarden – Specifieke en met redenen omklede gevallen (Art. 215 VWEU en 291, lid 2, VWEU; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3, en 46, lid 2) (cf. punten 59‑84)

5.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Besluit tot bevriezing van tegoeden – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid – Omvang – Artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413 – Daaronder begrepen [Art. 275, tweede alinea, VWEU; besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB, art. 1, lid 8, a)] (cf. punten 93‑97)

6.                     Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Meertalige teksten – Eenvormige uitlegging – Inaanmerkingneming van de verschillende taalversies [Besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2, d)] (cf. punten 103, 107)

7.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht – Beoordeling van de rechtmatigheid aan de hand van de gegevens die beschikbaar waren op het tijdstip van de vaststelling van het besluit [Art. 263 VWEU; besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordeningen van de Raad nr. 267/2012, art. 23, lid 2, d), en nr. 1263/2012] (cf. punt 112)

8.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Criteria voor vaststelling van de beperkende maatregelen – Verbondenheid met een entiteit die de Iraanse regering steunt – Begrip – Entiteiten die verbonden zijn met of onder zeggenschap staan van een entiteit die de Iraanse regering steunt – Daaronder begrepen [Besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2, d)] (cf. punten 114‑116, 155, 175)

9.                     Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht – Beperkte toetsing voor de algemene regels – Criteria voor vaststelling van de beperkende maatregelen – Verbondenheid met een entiteit die de Iraanse regering steunt – Draagwijdte – Eerbiediging van het rechtszekerheidsbeginsel dat vereist dat de gevolgen van rechtsregels duidelijk, nauwkeurig en voorzienbaar zijn [Art. 29 VEU; art. 215, lid 2, VWEU; besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, § 1, c), en 2012/635/GBVB; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2, d)] (cf. punten 124‑127, 131, 132, 134‑142)

10.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Schending van het eigendomsrecht – Schending van het evenredigheidsbeginsel – Geen [Besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2, d)] (cf. punten 145‑147)

11.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van verdediging – Recht op een effectieve rechterlijke bescherming – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting om de belastende elementen mee te delen – Omvang (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluit 2012/635/GBVB van de Raad; verordening nr. 945/2012 van de Raad) (cf. punten 164‑166)

12.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid – Omvang – Verplichting tot overlegging van concrete bewijzen en gegevens met het oog op controle ervan (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47; besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordeningen van de Raad nr. 267/2012, art. 23, lid 2, d), en nr. 945/2012) (cf. punten 177, 178)

13.                     Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen waarvan de Raad aanneemt dat zij meewerken aan nucleaire proliferatie – Verplichting om deze maatregel uit te breiden tot entiteiten die in handen zijn van, onder zeggenschap staan van of verbonden zijn met een dergelijke entiteit – Hoedanigheid van entiteit die in handen is van, onder zeggenschap staat van of verbonden is met een andere entiteit – Uitvoering van de toepasselijke bepalingen van het Unierecht – Geen beoordelingsvrijheid van de Raad [Besluiten van de Raad 2010/413/GBVB, art. 20, lid 1, c), en 2012/635/GBVB; verordening nr. 267/2012 van de Raad, art. 23, lid 2, d)] (cf. punten 179‑182)

14.                     Grondrechten – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Werkingssfeer – Beroep daarop door een rechtspersoon die als een emanatie van een derde staat wordt beschouwd – Eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden van alle personen en entiteiten die onder de beperkende maatregelen vallen – Toelaatbaarheid (Art. 215, lid 3, VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 17, 41 en 47; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, considerans 25; verordening nr. 267/2012 van de Raad, considerans 26) (cf. punten 187‑189)

Voorwerp

Ten eerste, verzoek tot nietigverklaring van besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 945/2012 van de Raad van 15 oktober 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 282, blz. 16), voor zover die handelingen verzoeksters betreffen, en, ten tweede, verzoek tot vaststelling dat artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), zoals gewijzigd bij besluit 2012/635, en artikel 23, lid 2, onder d), van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1) niet op verzoeksters van toepassing zijn

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

National Iranian Oil Company PTE Ltd (NIOC), National Iranian Oil Company International Affairs Ltd (NIOC International Affairs), Iran Fuel Conservation Organization (IFCO), Karoon Oil & Gas Production Co., Petroleum Engineering & Development Co. (PEDEC), Khazar Exploration and Production Co. (KEPCO), National Iranian Drilling Co. (NIDC), South Zagros Oil & Gas Production Co., Maroun Oil & Gas Co., Masjed-Soleyman Oil & Gas Co. (MOGC), Gachsaran Oil & Gas Co., Aghajari Oil & Gas Production Co. (AOGPC), Arvandan Oil & Gas Co. (AOGC), West Oil & Gas Production Co., East Oil & Gas Production Co. (EOGPC), Iranian Oil Terminals Co. (IOTC) en Pars Special Economic Energy Zone (PSEEZ) zullen hun eigen kosten dragen alsmede die van de Raad van de Europese Unie.