Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 13 november 2020 – UAB „Baltic Master” / Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

(Zaak C-599/20)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UAB „Baltic Master”

Verwerende partij: Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

Prejudiciële vragen

Moeten artikel 29, lid 1, onder d), van verordening (EEG) nr. 2913/921 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek en artikel 143, lid 1, onder b), e) of f), van verordening (EEG) nr. 2454/932 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, aldus worden uitgelegd dat de koper en de verkoper worden beschouwd als verbonden personen wanneer, zoals in casu, bij gebreke van documenten (officiële gegevens) die een handelspartnerschap of zeggenschap aantonen, de omstandigheden waaronder de transacties tot stand zijn gekomen, echter, op basis van objectieve aanwijzingen, niet worden gekenmerkt door de uitvoering van economische activiteiten in normale omstandigheden, maar eerder door gevallen waarin (1) er met name sprake is van nauwe handelsbetrekkingen op basis van een groot wederzijds vertrouwen tussen de partijen bij de transactie, of (2) een partij bij de transactie zeggenschap uitoefent over de andere partij of een derde zeggenschap uitoefent over beide partijen bij de transactie?

Moet artikel 31, lid 1, van verordening (EEG) nr. 2913/92 aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de douanewaarde wordt vastgesteld op basis van informatie in een nationale databank betreffende een douanewaarde van goederen van dezelfde oorsprong die weliswaar niet soortgelijk zijn in de zin van artikel 142, lid 1, onder d), van verordening (EEG) nr. 2454/93, maar onder dezelfde Taric-post worden ingedeeld?

____________

1 Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB 1992, L 302, blz. 1).

2 Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB 1993, L 253, blz. 1).