Language of document :

Beroep ingesteld op 14 maart 2023 – Merlin e.a. / Commissie

(Zaak T-141/23)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Laurent Merlin (Equihen-Plage, Frankrijk) en 27 andere verzoekende partijen (vertegenwoordigers: F.-C. Laprévote en F. de Bure, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

op grond van artikel 265 VWEU vast te stellen dat de Commissie heeft nagelaten om op basis van de door verzoekers verstrekte informatie een besluit te nemen over het vermoeden van staatssteun, wat een verzuim vormt;

de Commissie te gelasten om binnen twee maanden een besluit te nemen op basis van verordening (EU) 2015/15891 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

de Commissie te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekers een enkel middel aan. Zij stellen dat de Commissie ten onrechte heeft nagelaten te handelen waar zij geen besluit als bedoeld in artikel 4 van verordening 2015/1589 heeft vastgesteld na het eerste onderzoek van de informatie die verzoekers haar in het kader van de klachten hadden toegezonden over vermeende onrechtmatige staatssteun van de Nederlandse autoriteiten ten gunste van eigenaren van zeevissersvaartuigen.

____________

1 Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).