Language of document :

Zaak C132/16

Direktor na Direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Sofia

tegen

„Iberdrola Inmobiliaria Real Estate Investments” EOOD

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Varhoven administrativen sad)

„Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 26, lid 1, onder b), en artikelen 168 en 176 – Aftrek van de voorbelasting – Diensten voor het bouwen of verbouwen van een aan een derde toebehorende onroerende zaak – Gebruik van de diensten door de derde en door de belastingplichtige – Om niet Dienst die om niet voor de derde is verricht – Boeken van de voor de verrichte diensten ontstane kosten als algemene kosten van de belastingplichtige – Bepaling van het bestaan van een rechtstreeks en onmiddellijk verband met de economische activiteit van de belastingplichtige”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 september 2017

1.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Aftrek van de voorbelasting – Beperkingen van recht op aftrek – Handhaving van de uitsluiting van het recht of aftrek dat bestond op de datum van de toetreding tot de Europese Unie – Voorwaarden – Niet-algemene uitsluitingen

(Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 176)

2.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Aftrek van de voorbelasting – Ontstaan en omvang van het recht op aftrek – Goederen en diensten gebruikt voor de belaste handelingen van de belastingplichtige – Noodzaak van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de handeling in een eerder stadium en de activiteit van de belastingplichtige –Omstandigheid die een dergelijk verband kan aantonen – Noodzakelijkheid van de dienstverrichting om de belastingplichtige in staat te stellen zijn economische activiteit uit te oefenen

[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 168, a)]

3.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Aftrek van de voorbelasting – Ontstaan en omvang van het recht op aftrek – Goederen en diensten gebruikt voor de belaste handelingen van de belastingplichtige – Diensten die de belastingplichtige verricht en die bestaan in het bouwen of verbouwen van een aan een derde toebehorende onroerend zaak – Derde die het resultaat van die diensten om niet verkrijgt – Diensten die zowel door de belastingplichtige als door de derde in het kader van hun economische activiteiten worden gebruikt – Recht op aftrek – Voorwaarden – Dienst die in een eerder stadium is verricht en bestanddeel is van de prijs van een in een later stadium door de belastingplichtige verrichte belaste handeling – Grenzen – Dienst die noodzakelijk is voor en evenredig is met die handeling

[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 168, a)]

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punt 21)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 28‑34)

3.      Artikel 168, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat een belastingplichtige recht heeft op aftrek van voorbelasting voor een dienst die bestaat in het bouwen of verbouwen van een onroerende zaak die eigendom is van een derde, wanneer die derde het resultaat van die diensten om niet verkrijgt en die diensten zowel door die belastingplichtige als door die derde in het kader van hun economische activiteiten worden gebruikt, voor zover die diensten niet verder reiken dan hetgeen noodzakelijk is om die belastingplichtige in staat te stellen om in een later stadium belaste handelingen te verrichten en de kosten ervan zijn inbegrepen in de prijs van die handelingen.

(zie punten 36, 37, 40 en dictum)