Language of document :

Beroep ingesteld op 20 juni 2011 - TM.E./Commissie

(Zaak T-329/11)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: TM.E. SpA - Termomeccanica Ecologia (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: C. Malinconico, S. Fidanzia en A. Gigliola, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

nietig te verklaren de beschikking van de Europese Commissie van 20 april 2011 waarbij is vastgesteld dat het niet nodig is dat tegen Roemenië een procedure wegens niet-nakoming wordt ingeleid als gevolg van schending van de communautaire beginselen en richtlijnen betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten alsmede van de "Pratical Guide to contract procedures financed from the General Budget of the European Communities in the context of external actions";

de Europese Commissie te veroordelen tot betaling van 18 955 106 EUR dan wel van een hoger of een lager bedrag dat het Gerecht billijk oordeelt, ter vergoeding van de schade die TM.E. als gevolg van de schending van het gemeenschapsrecht door de Europese Commissie zelf heeft geleden;

subsidiair, de Europese Commissie te veroordelen tot betaling van 3 791 021 EUR dan wel van een hoger of een lager bedrag dat het Gerecht billijk oordeelt, ter vergoeding van de schade die TM.E. wegens het verlies van een kans heeft geleden;

meer subsidiair, de Europese Commissie te veroordelen tot vergoeding van de schade die het gevolg is van de vertraging die de Europese Commissie bij de uitoefening van haar taken heeft opgelopen en kan worden begroot op het totale bedrag aan door TM.E. gedragen juridische kosten, namelijk 73 044, 32 EUR, dan wel een hoger of een lager bedrag dat het Gerecht billijk oordeelt;

de Europese Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep strekt tot nietigverklaring van de brief van de Europese Commissie van 20 april 2011, waarin het heet dat het niet nodig is tegen Roemenië een procedure wegens niet-nakoming in te leiden op grond van schending van de communautaire beginselen en richtlijnen betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten alsmede van de door de Commissie zelf opgestelde "Pratical Guide to contract procedures for UE external actions" (hierna: "PRAG"), en tot vergoeding van de schade die de gemeenschapsinstelling bij de uitoefening van haar taken heeft veroorzaakt.

Ter onderbouwing van haar beroep voert de verzoekende partij de volgende middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan schending van de wezenlijke vormvoorschriften van de PRAG en aan schending van de Verdragen of van toepassingsregels daarvan

Bij de bestreden beschikking heeft de Europese Commissie nagelaten, een met redenen omkleed advies te formuleren over de duidelijke en ernstige onregelmatigheden die naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure voor het project "Bucharest Wastewater Treatment Plant Rehabilitation: Stage I ISPA 2004/RO/16/P/PE/003-03" waren gelaakt, en heeft zij derhalve verzuimd, een procedure wegens niet-nakoming tegen Roemenië in te leiden en bovendien de in het kader van de betrokken aanbestedingsprocedure betaalde gemeenschapsgelden terug te vorderen.

Tweede middel, ontleend aan schending van wezenlijke vormvoorschriften en van de PRAG alsmede aan onjuiste opvatting van de feiten

De bestreden beschikking is onrechtmatig, aangezien de Commissie, doordat zij de gelaakte feiten onjuist heeft opgevat, is voorbijgegaan aan de duidelijke procedurefouten die door de Primaria Municipiului Bucaresti zijn gemaakt. Concreet heeft voornoemde instantie verzoeksters offerte eerst afgewezen op grond dat deze uit economisch oogpunt onregelmatig zou zijn geweest; na te hebben vastgesteld dat zij een ernstige onrechtmatigheid had begaan, heeft zij vervolgens geprobeerd het reeds genomen besluit te rechtvaardigen door gebreken die de offerte uit technisch oogpunt zou hebben vertoond. Verder heeft de Commissie geen rekening gehouden met het feit dat in de procedure voor de Roemeense rechter het verzoek om nietigverklaring van de overeenkomst, op grond dat 7,3 miljoen EUR aan zegelbelasting onbetaald zou zijn gebleven, niet is onderzocht, wat in strijd is met de rechten van de verdediging en de gemeenschapsbeginselen.

Derde middel, betreffende het feit dat de Commissie geen standpunt heeft ingenomen over andere gestelde inbreuken

In de bestreden brief heeft de Europese Commissie verzuimd in te gaan op de andere onder haar aandacht gebrachte aspecten. In het bijzonder is niet in overweging genomen dat verzoekster in eerste aanleg is berecht door dezelfde rechter als die welke het verzoek bij een vonnis dat nadien in hoger beroep is herzien, niet-ontvankelijk had verklaard, en dus door een rechter die niet onpartijdig was en zich onbevoegd had moeten verklaren, aangezien dit een stellige en duidelijke schending vormt van de rechten van de verdediging, de gemeenschapsbeginselen en artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Aangaande de schadevordering stelt verzoekster ten slotte dat het stilzitten van de Commissie alsmede het niet terugvorderen van de in het kader van het betrokken project aan Roemenië betaalde gemeenschapsgelden, zware economische schade heeft veroorzaakt wegens niet-uitvoering van de aanbestedingsovereenkomst, dan wel wegens het verlies van de kans dat deze overeenkomst aan verzoekster zou worden toegewezen, en hoe dan ook schade wegens vertraging heeft meegebracht, waardoor verzoekster ertoe was genoopt een dure procedure voor de Roemeense rechterlijke instanties te voeren.

____________